Zonne-energie bij historisch erfgoed: do’s & don’ts

Erik op 15 oktober 2014 | 4 minuten leestijd
Vaak gelden er allerlei regels om een beschermd stadsgezicht of monument zijn waarde te laten behouden. Dat maakt het aanleggen van zonne-energie systemen bij monumentale panden ingewikkeld. Recent verschenen er drie brochures met adviezen en richtlijnen over dit onderwerp.

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) publiceerde digitale brochures met adviezen en richtlijnen over zonne-energie bij historisch erfgoed. Er staat helder in omschreven wanneer zonnepanelen of zonnecollectoren zijn toegestaan op een monument. Het biedt daarnaast informatie over waar je op moet letten bij een beschermd stads- of dorpsgezicht, en waar je moet zijn voor advies, subsidie of een vergunning.

De drie brochures zijn gericht op verschillende doelgroepen. De eerste brochure is bedoeld voor eigenaren of huurders van monumenten en bewoners binnen beschermde stadsgezichten. De tweede geeft vergunningverleners handvatten hoe om te gaan met zonne-energie in combinatie met wettelijk beschermde gebouwen. De derde brochure is specifiek geschreven voor vakmensen.

Publicatie voor professionals

In de publicatie gericht op professionals staat algemene informatie over de mogelijkheden om zonnecollectoren en zonnepanelen te plaatsen. Binnen de technische mogelijkheden staat hoe u rekening kunt houden met de ‘visuele gevolgen voor de historische omgeving’.

Een voorbeeld is het gebruik van een vlakkeplaatcollector in plaats van een vacuümbuiscollector. De vacuümbuiscollector is weliswaar kleiner en heeft een omzettingsrendement van 55 tot 75 procent en de vlakkeplaatcollector is groter. Maar meestal valt hij minder op door het gelijkvormige oppervlak en hij reflecteert minder door de antireflexilaag. Het rendement ligt tussen de 45 en 80 procent. Op een schuin dak kan dat daarom een betere keus zijn.

Een ander voorbeeld is het gebruik van PVT-collectoren, dit zijn systemen die zowel water kunnen verwarmen als elektriciteit opwekken (een combinatie van zonnecollectoren en zonnepanelen). Het rendement van de elektriciteitsproductie is ongeveer gelijk en de warmteproductie wat lager dan van beide systemen afzonderlijk, maar de totale energieproductie kan tot ongeveer 40 procent hoger zijn. Zit er aan de voorkant van de collector een glazen afdekplaat, dan levert een PVT-systeem voldoende hoge temperaturen om kraanwater volledig te verwarmen. PVT-systemen hebben minder gevolgen voor een historisch dak, omdat er maar één systeem nodig is, in plaats van twee verschillende.

Plaatsing bij voorkeur op het erf

Als er sprake is van ruime percelen waarop de beschermde stadsgezichten en monumenten liggen, dan is het wenselijk om de installatie op het erf te plaatsen. Hierbij gelden de volgende basisprincipes:

  • Het is belangrijk de zonne-energie-installatie goed te richten naar de zon, zodat zonlicht opvangen kan worden zonder veel schaduw op de panelen of collectoren.
  • Door de installatie gaan geen cultuurhistorische of historisch-ruimtelijke waarden verloren voor het gebouw in zijn totaliteit, of voor het gebied in zijn geheel.
  • Het aanzicht en de ruimtelijke samenhang van het perceel en het gebouw lijden niet onder de installatie.
  • De installatie blijft zo veel mogelijk uit het zicht en staat op de minst waardevolle of kwetsbare delen van het perceel.
  • De installatie heeft geen gevolgen voor belangrijke uitzichten op, vanuit of binnen het perceel.
  • Eventuele graafwerkzaamheden leiden niet tot verstoring van het bodemarchief of tot verlies van archeologische waarden.

De brochure ‘Zonne-energie in de historische omgeving’ is te downloaden via: http://www.monumenten.nl/files/brochure_zonne-energie_voor_professionals_v.2_web.pdf

Heeft u weleens een zonne-energie systemen aangelegd op een monumentaal pand? Stuur foto’s naar info@installatieprofs.nl


Gerelateerde artikelen