Het Klimaatakkoord maakt het versnellen van de verduurzaming onder meer mogelijk met gunstige financieringsmogelijkheden en subsidies. Verder komen er maatregelen op het gebied van de energiebelasting. Aardgas wordt daardoor duurder en elektriciteit juist goedkoper. Het akkoord voorziet verder in een aanpak om wijken collectief aardgasvrij te maken of voor te bereiden op aardgasvrije verwarming. Ook arbeidsmarkt en scholing vormen een belangrijk aspect van het Klimaatakkoord.
Volgens Techniek Nederland is hiermee de weg vrij om anderhalf miljoen bestaande woningen vóór 2030 duurzaam en energiezuinig te maken. ‘De partijen aan de klimaattafels én het kabinet verdienen daar een compliment voor. Er ligt nu een stevig fundament voor het behalen van 49% CO2-reductie in 2030. En in 2050 kunnen we een gebouwde omgeving hebben die volledig CO2-neutraal is,’ zegt Terpstra.
Niet revolutionair
De Nederlandse WindEnergie Associatie (NWEA), de branchevereniging van de windsector, vindt het klimaatakkoord niet revolutionair. Het akkoord neemt een productie van 49 TWh op zee en 35TWh op land (incl. zon) als uitgangspunt om de benodigde windenergieproductie te realiseren. In een persbericht meldt de NWEA: ‘De windsector kan deze doelstelling realiseren. Grotere stappen zijn realiseerbaar en noodzakelijk, maar hiervoor is vergaande elektrificatie nodig. Het klimaatakkoord geeft daar een eerste aanzet voor. Als de vraag (door elektrificatie) echt doorzet in de komende jaren, bijvoorbeeld als gevolg van een snellere vergroening in andere sectoren, dan kan de groeiende windsector daaraan uitvoering geven.’
Hoge verwachtingen
Waterschappen hebben hoge verwachtingen van het Klimaatakkoord. Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: ‘Het Klimaatakkoord is een mijlpaal in de ontwikkeling van het Nederlandse klimaatbeleid richting 2050. Het is bemoedigend dat politiek en samenleving tot eenduidige klimaatdoelen en –maatregelen komen, die nu moeten worden uitgevoerd. Waterschappen zijn hierbij zeer actief en werken nauw samen met gemeenten en provincies in de regionale energiestrategieën.’ Zelf willen de waterschappen in 2025 100% energieneutraal zijn. Waterschappen werken dan ook mee aan het ontwikkelen van bijvoorbeeld aquathermie (warmte uit afval-, drink- en oppervlaktewater) als alternatief voor aardgas.
Niet iedereen positief
Terpstra van Techniek Nederland benadrukt dat het akkoord voor de gebouwde omgeving onderdeel is van een totaalakkoord dat alle maatschappelijke sectoren raakt. ‘Niet iedereen zal positief zijn. Maar ik ben ervan overtuigd dat we in samenspraak met het kabinet uiteindelijk tot een breed gedragen klimaatakkoord kunnen komen waarmee Nederland verder kan.’ Dat niet iedereen positief is, blijkt onder andere uit de reacties van Greenpeace en FNV. Greenpeace en andere milieuorganisaties zijn tevreden dat met het klimaatakkoord de beoogde 49 procent vermindering van de CO2-uitstoot gehaald gaat worden. Tegelijkertijd vinden zij ook dat het kabinet op een aantal andere punten voor schijnoplossingen en afzwakkingen kiest die de energietransitie in de weg staan. De FNV is kritisch over een eerlijke verdeling van lusten en lasten en de afwenteling van kosten van de energietransitie op huishoudens en het MKB. Een eerlijke verdeling van de kosten is dan ook noodzakelijk voor de handtekening van de FNV.
Milieudefensie geeft het Klimaatakkoord vooralsnog een 5+ als rapportcijfer. Maar, het Klimaatakkoord gaat eerst nog door de Tweede en daarna de Eerste Kamer. Met een aantal relatief kleine wijzigingen op bovenstaande punten, kunnen zij het akkoord wél eerlijk en effectief maken, hoopt de milieuorganisatie.
Bronnen: Techniek Nederland, NWEA, Unie van Waterschappen, Greenpeace, FNV, Milieudefensie.