De gaswinning in Groningen is nu al verminderd om in 2020/2022 helemaal te stoppen. Het betekent dat onze huizen in de toekomst met andere energiebronnen verwarmd moeten worden. Alternatieven zijn er, maar bieden deze in elke woning dezelfde warmte en hetzelfde comfort als gasgestookte ketels?
De installatiebranche speelt volgens deskundigen een sleutelrol als het gaat om energievraagstukken. Dat biedt kansen! Aardgasvrije nieuwbouw is de nieuwe – en verplichte – trend maar hoe gaan we bestaande bouw verwarmen zonder gebruik te maken van fossiele energiebronnen? Welke aanpassingen vraagt een woning hiervoor? Wat is uw rol als installateur in deze transformatieprocessen? Kunt u uw klanten vakkundig adviseren over de alternatieven en de kosten hiervan?
Hoofdbrekers voor de installatiebranche
Rekening houdend met de klimaat- en energiedoelstellingen van 2030 (49% minder uitstoot van broeikasgassen in 2030 dan in 1990) worden nieuwe wijken vanaf nu gasvrij gebouwd. Een nieuw huis kan zo worden gebouwd dat het goed geïsoleerd is, is voorzien van een passend warmteafgiftesysteem met een duurzame energiebron, waarbij de capaciteit wordt afgestemd op de hoeveelheid m³ in het huis. Voor bestaande bouw is dit complexer. Wat is de isolatiewaarde van een huis, welk warmteafgiftesysteem is er nu en is deze aan te passen op een andere, duurzame energiebron? Dan zijn er ook vragen van uw klant over het niveau van comfort dat ervaren wordt. Blijft het huis net zo comfortabel als met een gasgestookte ketel? Is de warmte goed te regelen, voldoende en hoe ziet de energierekening eruit aan het einde van het winterseizoen?
Alternatieven op de korte en lange termijn
Harry Boonen van Kenteq legt uit: “Als korte termijnoplossing is er laagcalorisch gas uit het buitenland, dat verrijkt kan worden in stikstoffabrieken. Dit biedt tijdelijk soelaas. Er zijn veel huishoudens die recent nog een nieuwe cv-ketel op gas hebben geplaatst; elk jaar zijn dit er ruim 600.000. Maar het is géén duurzaam antwoord op het klimaatbeleid van de overheid. Alternatieve manieren om je huis te verwarmen richting het jaar 2030 moeten toch echt gezocht worden in de duurzame energie.”
Stads- of wijkverwarming is een warmtenet waarbij warm water, afkomstig van een fabriek of afvalverbrander, naar huizen wordt gedistribueerd. Water dat binnenshuis verder wordt opgewarmd om een huis te verwarmen of de warmwatervoorziening te verzorgen. Een andere manier van verwarming is het gebruik van zonne-energie opgewekt met zonnepanelen. De stroom die hiermee opgewekt wordt kan gebruikt worden voor de warmwaterboiler of boilercombi waarbij zowel het sanitaire water wordt verwarmd als het water voor de cv.
Stroom van zonnepanelen kan ook gebruikt worden voor verwarming met hulp van elektrische convectors of andere verwarmingstoestellen, bijvoorbeeld infraroodpanelen. Uiteraard dient er wel voldoende elektriciteit te worden opgewekt of voorhanden te zijn in aanwezige (thuis)accu’s. De afmetingen van een accu zijn vergelijkbaar met die van een standaard cv-ketel. Met al deze keuzes is het mogelijk een vorm van Full Electric verwarmen te realiseren.
Warmtepompen werken op elektriciteit en kunnen dus ook met zonne-energie worden gevoed. Met de specifieke eigenschap van een warmtepomp om bestaande warmte te onttrekken aan de omgeving of de bodem, ontstaat een duurzame manier van verwarmen.
Waterstof is volgens deskundigen een ‘schoon en veilig alternatief’. Voordelen van deze energiebron: geen CO2-uitstoot en het is te maken met windenergie. Voor de verwarming van onze huizen met waterstof moeten metalen leidingen en aansluitingen worden gecoat of vervangen door plastic. Branders in cv-ketels dienen te worden aangepast. Tot op heden staat deze energiebron nog in de kinderschoenen en biedt het nog geen concrete toepassingen voor de verwarming van huizen.
Enorme uitdaging installatiesector
De conclusie is eigenlijk dat er een wirwar van keuzes mogelijk is in de energie- en installatiemarkt. Er is niet één beste alternatief voor CO2 -neutraal verwarmen in 2030. Er zijn meerdere opties met verschillende energiebronnen die de transitie vorm gaan geven. Nu zijn ongeveer zeven miljoen woningen nog aangesloten op aardgas. De ambitie van het Parijse Klimaatakkoord is dat in 2050 in Nederland niemand meer kookt en stookt op aardgas. Het betekent een enorme uitdaging voor de installatiesector.
Zorg voor voldoende kennis
Harry Boonen: “Als installateur is flink wat kennis nodig om klanten te kunnen adviseren in het overgangsproces. De basis hiervoor ligt in het maken van een grondige analyse (schilmethode) van een woning om een passend aanbod te doen als alternatief voor de cv-ketel op gas. Om de klant te overtuigen moet de analyse goed worden onderbouwd. Dat kan alleen als het kennisniveau van nieuwe warmteafgiftesystemen en duurzame energiebronnen voldoende is, zodat u de veranderende rol van installateur/adviseur tot in de puntjes beheerst en u uw klant gedegen.”