Warmtenet met restwarmte op lage temperatuur beste vervanger voor cv-ketel

Erik op 28 december 2018 | 3 minuten leestijd
Een lage temperatuur warmtenet in de gebouwde omgeving blijkt een goedkopere oplossing voor het warmtevoorzieningsvraagstuk te zijn dan all-electric oplossingen zoals met lucht-warmtepompen. Dat blijkt uit voorlopige cijfers van TKI Winst naar warmtetransitie in de gebouwde omgeving.

Nederland moet de komende jaren ‘van gas los’. Dat betekent voor de gebouwde omgeving dat er geïnvesteerd moet worden in isolatie en alternatieve warmteconcepten, gebaseerd op elektriciteit, groen gas en/of warmtenetten, om te blijven voorzien in de warmtebehoefte. TKI Winst, het samenwerkingsorgaan voor onderzoek naar lage-temperatuur-warmtenetten in Nederland, heeft voor een aantal van deze vervangers van gas onderzocht wat de beste optie zou zijn, zowel financieel als technisch gezien. Opmerkelijke bevindingen zijn dat voor de bestaande gebouwde omgeving lage temperatuur warmtenetten goedkoper en schoner zijn dan die van all-electric oplossingen, zoals individuele lucht-warmtepompen. Ook berekende het consortium dat met de huidige technologieën tot 80 procent CO2 bespaard kan worden.

‘Typisch Nederlandse wijken’

Voor twee bestaande wijken is onderzocht wat op gebied van CO2-besparing en kosten voor huiseigenaar, warmteleverancier en warmtenetbeheerder het beste alternatief voor de cv-ketel zou zijn. Voor het onderzoek zijn de CO2-uitstoot van gas en de jaarlijkse kosten voor de ketel als leidraad zijn genomen. Het gaat om ’twee typisch Nederlandse bestaande wijken uit de jaren zestig met zowel appartementen als  grondgebonden woningen’.

De onderzoekers zijn er vanuit gegaan dat in 2030 63 procent van de elektriciteitsvoorziening duurzaam is. Dit is vooral van belang om een goede CO2-uitstootberekening te kunnen maken van lucht-waterwarmtepompen die worden aangedreven door elektriciteit. TKI Winst denkt dat in 2030 maximaal 80 procent van de CO2-uitstoot teruggedrongen kan worden. Er is in die periode nog capaciteit nodig om aan een piekvraag in de winter te kunnen voldoen, dat kan niet opgevangen worden met een alternatieve warmtebron.

Bij beide wijken komt een warmtenet gevoed met restwarmte of lagetemperatuur aardwarmte als beste uit de bus. Het gaat om warmtenetten waarbij de aanvoertemperatuur 70 ℃ is en de retourtemperatuur 40 ℃ (70/40). Ook 40/25 en 20/10-warmtenetten zijn getest, maar daarbij blijken de aanpassingen aan de woning, zoals isolatie, van dusdanig belang dat de kosten hoger zijn dan bij een 70/40-warmtenet.

Lopend onderzoek

Het is een lopend onderzoek – de eindresultaten volgen in het voorjaar van 2019 – maar wat opvalt aan de tussentijdse resultaten is dat het all electric concept, waarbij warmtepompen huizen moeten verwarmen, wel de gewenste CO2-uitstootvermindering oplevert, maar de kosten veel hoger zijn dan bij een warmtenet. Zo geldt voor wijk A dat een warmtenet gevoed met restwarmte voor een woning zo’n 1000 euro per jaar kost, en een warmtepomp ruim 1.500 euro. Ter vergelijking: het onderzoek heeft de kosten voor een conventionele cv-ketel berekend op ongeveer 1.100 euro per jaar.

TKI Winst heeft tot slot de kosten berekend voor de drie partijen die de warmtetransitie moeten betalen. Zij nemen daarbij de huiseigenaar, warmteleverancier en warmtenetbeheerder mee en schrijven de kosten voor huisaanpassing toe aan de huiseigenaar. Uit die berekening blijkt dat welke warmtebron ook wordt gebruikt, de kosten voor huiseigenaren altijd hoger zijn dan die voor warmteleveranciers of warmtenetbeheerders. 

Gerelateerde artikelen