De berichten dat er wachttijden zijn van enkele maanden voor het laten opmaken van een energielabel kloppen niet. De meeste energieadviseurs die zijn aangesloten bij brancheorganisatie FedEC melden dat zij vaak binnen twee tot vier weken een energielabel kunnen opmaken, als een consument hen hiervoor benadert. Dat sommige partijen veel langere wachttijden noemen, komt volgens de belangenorganisatie door misstanden in deze markt en doordat vraag en aanbod elkaar nog moeilijk weten te vinden.
“Er zijn makelaars die onze leden benaderen voor het uitvoeren van een energielabel maar daarvoor een leadvergoeding tot 100 euro eisen”, zegt Hugo Breuers, bestuurslid van de FedEC en zelf ook actief als energieadviseur. “Ook verschillende vergelijkingswebsites – die niet meer zijn dan leadgenerators – zijn er puur op gericht om voor een provisie een energieadviseur in te schakelen. Dat zulke makelaars of leadgenerators te horen krijgen dat onze adviseurs geen tijd hebben, vinden wij niet meer dan logisch. Als een Energielabel circa 250 tot 350 euro kost, waarvoor wij ruim een halve dag werk hebben, is het niet redelijk om 100 euro aan provisie af te dragen aan partijen die de consument nauwelijks meerwaarde bieden.”
Rechtstreeks
Breuers en de FedEC roepen consumenten op die hun huis willen verkopen om rechtstreeks een erkende energieadviseur te benaderen. Natuurlijk kan dat ook via een makelaar, als hij of zij dit als zuivere dienstverlening verzorgt. Op dat punt steken de leden van de FedEC ook de hand in eigen boezem. “Veel van onze leden zijn voor de consument op dit moment online slecht vindbaar. Ook storen we ons aan partijen die erg hard over de nadelen van het energielabel roepen. Want als onze leden een energieadvies opstellen, dan heeft deze wel degelijk meerwaarde voor de woningbezitter. Er is een groot verschil met het digitale label dat tot vorig jaar te koop was.”
Verder zegt Breuers dat er vrijwel geen consument is die vandaag bedenkt dat hij zijn huis wil verkopen, en deze al binnen een paar dagen heeft verkocht en voor de overdracht het energielabel nodig heeft. “Zeker nu de minister heeft bepaald dat het energielabel er pas hoeft te zijn bij de overdracht, hoeft geen enkele consument in de problemen te komen als hij enkele weken moet wachten tot een energielabel wordt opgemaakt. Maar schakel ons wel op tijd in. Bovendien weet de consument zeker dat de leden van FedEC onafhankelijk werken. Zo leveren of verkopen wij geen NAW-gegevens van consumenten aan leveranciers van bijvoorbeeld zonnepanelen.”
Populisme
Waar de FedEC zich enorm aan stoort is het populisme van enkele Kamerleden. Met de verkiezing in aantocht doen zij alsof de consument enorm wordt benadeeld door het energielabel. Met name Kamerleden Koerhuis en Terpstra vinden dat de minister de problematiek met het gebrek aan voldoende energieadviseurs had kunnen zien aankomen. “Maar als FedEC vinden wij dat juist deze Kamerleden, die maar onzekerheid blijven zaaien over de toekomst van het energielabel, zelf zorgen voor het gebrek aan energieadviseurs”, zegt Breuers. “Doordat zij blijven hameren op de noodzaak van een energielabel ‘light’ dat je voor een paar tientjes online moet kunnen kopen – en waar de consument echt helemaal niets aan heeft – gaat geen potentiële energieadviseur investeren in een opleiding, examen en online vindbaarheid. Terwijl er nu, door de coronacrisis, wel degelijk beroepsgroepen zijn die hiervoor in potentie interesse hebben.”