Ze hielp met van alles en nog wat: spullen uitpakken, sorteren en noem maar op en mocht ook wel eens mee naar een klant. ‘Eigenlijk wilde ik net als mijn vader elektricien worden, maar er zat in die tijd werkelijk niet één meisje op de lts. Omdat ik best aardig kon leren, besloten mijn ouders dat de havo een betere keuze voor mij was, dus dat deed ik.’
Na de havo ging Karin iets heel anders doen. ‘Ik koos voor de mts Reclame en Presentatie, en had zeven jaar lang een horeca zaak, ook heel leuk. Maar thuis gingen de gesprekken altijd over de zaak, en aan de keukentafel zaten regelmatig vertegenwoordigers. Ik kreeg alles mee, en het bleef mijn interesse houden.’
De kneepjes van het vak
‘Toen mijn vader wilde automatiseren en daar niet helemaal uit kwam, ben ik gaan helpen. Langzaam maar zeker ging ik steeds meer doen en dat voelde goed, ik vond het zo leuk! Al vrij vlot ben ik met mijn ouders in gesprek gegaan over eventuele bedrijfsopvolging. Daar hebben we het ook met de medewerkers over gehad, en die vonden het een goed idee. In drie jaar tijd heeft mijn vader me de kneepjes van het vak geleerd en is hij zelf steeds wat minder gaan doen. Ik heb ook de nodige cursussen en opleidingen gevolgd. Inmiddels ben ik hier al 22 jaar bezig, nog steeds met enorm veel plezier.’
“Schattig, hè?”
Karin heeft in haar beginjaren bij het bedrijf hard moeten knokken. ‘Ik moest me echt bewijzen om serieus genomen te worden. Dat ligt natuurlijk ver achter me nu, maar ik kan het me nog heel goed herinneren. Toch loop ik nog steeds wel tegen dingen aan. Ik liep met een mannelijke collega op een beurs en we keken naar een bepaalde armatuur. Komt de standhouder op me af en zegt: “Schattig, hè?” Ik dacht dat ik niet goed werd! Hij noemde me nog net geen ‘mevrouwtje’. Maar schattig, een armatuur? Ga weg, jôh! Daar kan ik me dan enorm over opwinden. Over het algemeen is het aantal vrouwen in de installatiebranche heel langzaam aan het stijgen. Ik heb hier net een vrouw aangenomen die altijd al de techniek in wilde, maar nu de stoute schoenen aandoet, en ervoor gaat. Keigaaf toch? Maar dat vind ik van iedereen die doet wat hij/zij graag wil, hoor. Volg je hart, en ligt dat bij de techniek, mooi, want er is werk genoeg.’
Coronacrisis
Het voorjaar was een hectische periode door de coronacrisis. ‘De jongens kwamen opeens allemaal terug’, vertelt Karin, ‘en we moesten enorm schakelen om alles anders te doen, werk anders te organiseren en noem maar op. Daarbij kwam een groot persoonlijk verlies; mijn vader kwam in het ziekenhuis terecht met Covid-19 en is daar begin april helaas aan overleden. Een hele moeilijke tijd dus. We hebben er als team samen de schouders onder gezet en inmiddels draaien we weer goed. Wat heet, we hebben het hartstikke druk. Ik ben blij dat we op tijd hebben ingezet op verduurzaming, dat gaat gewoon door en daar halen we veel werk uit. Het is ook fijn om klussen te hebben met een lange looptijd, zoals renovatie- en onderhoudswerk voor woningbouwverenigingen. Volgens sommigen is dat niet het mooiste werk, maar het geeft wel continuïteit en dat is heel wat waard in deze tijd. Het is de kunst om de balans te vinden, en ik geloof dat we daar aardig in geslaagd zijn.’