​Vijf vergissingen die je niet moet maken bij CO2 certificering

Erik op 28 juni 2016 | 3 minuten leestijd
Het stond Jan nog vers in het geheugen toen hij die ochtend opstond. De klaagzang van collega-installateur Hendry die was begonnen met de CO2 prestatieladder. En dat terwijl Jan juist aan het onderzoeken was of deze certificering ook wat voor hen was.

Hendry had verwacht dat na de certificering de opdrachten zouden binnen stromen. Maar dat was helemaal niet het geval. Hij moest dit actief bij klanten onder de aandacht brengen en moest daarvoor een gedegen plan maken, wilde het ook zichtbaar zijn in de resultaten. Dat was allemaal een stuk meer werk geweest dan Hendry van te voren had verwacht.

Klaar is Kees

Jan maakte ook uit zijn verhaal op dat Hendry dacht: ik haal die certificering en dan heb ik inzicht. Maar Jan had juist het idee dat je daar nog wel wat werk voor moest doen. Je moest zoveel gaan monitoren krijgen, dat hij het idee had dat die certificering pas het startpunt was. Hij zou inzichtelijk moeten krijgen wat het brandstofverbruik van de bestelauto’s en leaseauto’s was. Hij zou inzichtelijk moeten krijgen wat hun elektriciteits- en gasverbruik was, ook van de opslagloods. En hij vroeg zich af in hoeverre hij energiebesparingen die hij in renovatietrajecten realiseerde er in kwijt kon.

Dommerik

Hendry had ook enorm afgegeven op Rik. Die was verantwoordelijk geweest voor de implementatie, maar had volgens Hendry alles fout gedaan: domme Rik. Toen Jan vroeg door wie Rik ondersteund werd om dit van de grond te trekken, keek Hendry hem verbaasd aan. Rik had hem schijnbaar vaak gevraagd of hij niet wat hulp kon krijgen van collega’s. Hendry snapte niet waar dat toch goed voor was. Ze gingen toch gewoon die certificering halen en daarmee was het klaar.

De klant is koning

Voor klanten was het nog geen keuzecriterium, aldus Hendry. Dat zat Jan dwars. Zij werkten veel voor woningcorporaties en overheidspartijen. Vooral die laatste leek het toch wel een belangrijk punt te vinden.

Onderzoeken

Jan vroeg zich af of Hendry van te voren onderzoek had gedaan naar wat klanten er van vinden, bijvoorbeeld naar:

  • Welk belang hechten mijn klanten hier aan?
  • Waarom willen we dit precies?
  • Wat willen we er mee bereiken?
  • Hoe makkelijk kunnen wij gegevens uit de organisatie halen?
  • Welke middelen gaan we gebruiken om dit te realiseren?
  • Wie binnen de organisatie zou dit moeten oppakken?

De grote hoop

En dan begreep Jan nog uit het verhaal van Hendry dat deze zomaar alle cijfers op één hoop had gegooid en er niet goed over na had gedacht wat waar bij hoorde en wat waar aan toegekend moest worden. “Diesel is diesel”, aldus Hendry.

Nee, Jan zou het anders aanpakken en beginnen met onderzoeken…


Gerelateerde artikelen