Om een domoticasysteem te kunnen programmeren is een protocol nodig, een standaard waarmee gegevens tussen verschillende computers, netwerken of programma’s kunnen worden uitgewisseld. Binnen een domoticasysteem geeft het protocol aan hoe de sensoren en actoren onderling communiceren. De software in het domoticasysteem bepaalt het protocol. Per ruimte geeft de software aan welke sensoren, actoren en verbruikers er zijn. De sensoren geven commando’s en de actoren reageren daar op, volgens een protocol. Dat protocol kan open of gesloten zijn.
Basaal
Verwarming kan dus ook met een domoticasysteem geregeld worden. Hoe vergaand de integratie kan worden doorgevoerd, hangt ervan af of het protocol open of gesloten is.
Bij een gesloten systeem heeft integratie van de verwarming weinig meerwaarde. Dat komt omdat de uitgangsmodules voor gesloten systemen erg basaal zijn. Ze kunnen een ketel, warmtepomp of een radiator aan zetten of uit doen. Soms is dat genoeg en weegt het gebruikersgemak op tegen de starheid van het systeem. Is er vloerverwarming in een pand aanwezig, dan is integratie van verwarming in een domoticasysteem zelfs een nadeel.
Open protocol
In het geval van een systeem met een open protocol is het integreren van verwarming in een huisautomatiseringssysteem wel interessant. Alle onderdelen van het verwarmingssysteem zoals de ketel, de warmtepomp, vloerverwarming, radiatoren, maar eventueel ook PV-panelen worden via een uitgangsmodule gekoppeld aan het domoticasysteem. Via die module of actor communiceren de onderdelen met de sensoren, zoals een ruimtethermostaat, een bewegingsmelder of een weerstation. Ieder van die sensoren geeft signalen af. De fabrikant van de onderdelen van het verwarmingssysteem ontwikkelt de uitgangsmodule volgens het protocol van het open systeem. Dat bepaalt welke grootheden van de onderdelen bijgestuurd kunnen worden en hoe die variabelen kunnen worden bijgesteld. In het geval van een radiator kan aan/uit een optie zijn, maar het kan ook verfijnder, namelijk door de ventielen bij te sturen door middel van het moduleren van de puls-breedte.
In een domoticasysteem met een open protocol kunnen verschillende sensoren de verwarming aansturen. De ruimtetemperatuur gemeten door de ruimtethermostaat, de luchtvochtigheid gemeten door de hygrometer, en de aanwezigheid van personen door de bewegingsmelder zijn allemaal signalen voor de verwarming om al dan niet in te schakelen.
Samenwerking E en W
Bij het integreren van verwarming in een domoticasysteem komen er twee specialismen bij elkaar. Een verwarmingsmonteur die niets van domotica weet, kan zo’n systeem maar beter niet aanleggen, en andersom. Maar samenwerken biedt hier veel kansen! Omdat domotica steeds meer wordt toegepast, is het voor e- en w-installateurs interessant om onderling contact te leggen. Ze kunnen elkaar aanvullen en samen een systeem aanleggen, waarbij de e-installateur de regeltechniek en programmering voor zijn rekening neemt, en de w-installateur de verwarming optimaal installeert en afregelt.
Foto: Mari van Lieshout