Het gebouwgebonden energiegebruik moet volgens het Convenant Energiebesparing Huursector dat Aedes en de overheid zijn overeengekomen in 2020 een derde lager liggen ten opzichte van 2008. Aan het draagvlag ligt het niet, blijkt uit het onderzoek. Bijna twee derde van de woningcorporaties kan zich vinden in de duurzaamheidsdoelstelling zoals vastgelegd in het energieakkoord. Maar kritiek hebben ze ook. Woningcorporaties geven aan dat de energieagenda van demissionair minister Kamp nog onvoldoende concreet is om er actief op te kunnen inspelen. Wel geeft 65 procent van de woningcorporaties aan bij korte termijn renovaties rekening te houden met mogelijke plannen op lange termijn.
Versnelling
Driekwart van de corporaties zegt voldoende investeringen te plannen om de doelstelling te realiseren. Al moet bijna 20 procent wel een versnelling doorvoeren om dit te bereiken. De resterende 23 procent heeft óf onvoldoende investeringen opgenomen óf niet de ambitie om de doelstelling te realiseren. Deze uitkomsten zijn interessant omdat een analyse van de vorige prognosecijfers liet zien dat een groot deel van de woningcorporaties niet aan de doelstellingen zou voldoen. Kennelijk hebben corporaties sindsdien toch weer de middelen kunnen vrijmaken. Verwacht wordt dat de nieuwe prognose die eigenlijk al begin 2017 beschikbaar had moeten zijn, meer labelsprongen bevat, inclusief de investeringen die hiervoor nodig zijn.
Voldoende middelen
Woningcorporaties geven aan voldoende middelen beschikbaar te hebben voor de noodzakelijke investeringen zodat additionele huurverhogingen niet aan de orde zijn. Ook wordt er beperkt gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de verlaging van de energiekosten in te zetten om de investeringen te financieren. De huurders lijken dus de grote winnaar. Hun woningen worden kwalitatief beter en de energiekosten gaan omlaag.
De realisatie van de duurzaamheidsdoelstellingen vergt aanzienlijke investeringen, waarbij de bedragen in bijna 60 procent van de gevallen boven de 10.000 euro per woning liggen. Hierbij zijn isolatie (92 procent), zonnepanelen (71 procent), installaties (60 procent) en nul-op-de meter-woningen (38 procent) de meest genomen duurzaamheidsmaatregelen.
‘Onbestaanbaar’
De Woonbond zegt in een reactie het ‘onbestaanbaar’ te vinden dat ‘een grote groep corporaties zijn verantwoordelijkheid niet neemt en de doelstelling niet haalt’. Volgens de huurdersorganisatie zijn extra maatregelen ‘onvermijdelijk’ om sociale huurwoningen sneller te verduurzamen.