“Wij noemen dat soort ventilatoren aan het tunnelplafond wel stuwkrachtventilatoren”, zegt Jos Wissink, Business Development Manager bij Novenco Building & Industry. Novenco ontwerpt en bouwt tunnelventilatiesystemen. “Het lijkt overigens alsof die ventilatoren altijd aanstaan, maar dat is niet zo. De schoepen worden door het rijdende verkeer in beweging gebracht, zoals een kind door te blazen zo’n windmolentje laat draaien. Als er sprake is van een normale verkeerssituatie hoeven de ventilatoren niet te werken, want de beweging van de rijdende auto’s stuwt de lucht voldoende voort. Ventilatiesystemen zijn er vooral in het geval van een calamiteit. Als er zich een file vormt en de uitlaatgassen blijven hangen. Of erger, bij brand in de tunnelbuis. Daarom is een verkeerstunnel altijd uitgerust met speciale detectiesystemen die giftige gassen, slecht zicht of een brand kunnen signaleren.”
De Westerscheldetunnel is met 6,6 kilometer de langste verkeerstunnel van Nederland. Daar wordt ook een langsventilatiesysteem toegepast met 40 grote stuwkrachtventilatoren.
Landelijke Tunnelstandaard
De losse sigaarvormige ventilatoren aan het plafond zijn iets van de laatste twintig jaar, zegt Wissink. “Daarvoor zag je regelmatig ventilatiesystemen op basis van grote toevoer- en afvoerventilatoren. Ook qua techniek is er veel veranderd en dan met name op het gebied van de geluidssterkte. Hulpverleners konden zich bij de oude type ventilatoren nauwelijks verstaanbaar maken. Er is hard aan gewerkt om dat geluidsniveau naar beneden te krijgen.”
Naar aanleiding van twee grote tunnelbranden (Mont-Blanc en Tauern, beide in 1999) is de wetgeving omtrent de veiligheid nog eens flink aangescherpt. Rijkswaterstaat ontwikkelde samen met hulpdiensten, gemeenten en provincies de Landelijke Tunnelstandaard. Hierin zijn onder andere standaardprocessen vastgesteld voor de aanleg, het gebruik en het beheer van rijkswegtunnels. De uitwerking van de Tunneltechnische Installaties (TTI) is een belangrijk onderdeel van de Landelijke Tunnelstandaard. De TTI zorgt ervoor dat bij alle nieuwe tunnels de bediening en procedures bij incidenten gelijk zijn. Bijvoorbeeld bij files en slecht weer, maar ook bij aanrijdingen, botsingen, brand of incidenten met gevaarlijke stoffen.
Renovatie
Naar aanleiding van de nieuwe standaard werden veel Nederlandse tunnels al gerenoveerd. Wissink: “Aanvankelijk had Rijkswaterstaat alle kennis over tunnels in huis, zij waren altijd de experts, ook op het gebied van tunnelventilatie. Maar in de loop van de jaren zijn ze zich meer gaan toeleggen op toezicht en houden ze zich niet meer direct bezig met het ontwerpen van tunnelventilatiesystemen.” Rijkswaterstaat heeft in samenwerking met het Steunpunt Tunnelveiligheid een tunnelhandboek met aanbevelingen ventilatie van verkeerstunnels uitgegeven, waarmee alle facetten van de tunnelventilatie berekend kunnen worden. “Het berekenen en het optimaliseren van tunnelventilatiesystemen ligt tegenwoordig bij de leverancier van een systeem. Wij hebben ons daar enorm in geschoold en hebben veel systeemexpertise opgedaan.”
Het installeren gebeurt vaak onder leiding van installatiebedrijven. “Wij leveren ventilatoren, maar wij zijn ook betrokken bij het ontwerpen ervan. Dat betekent dat wij voorstellen hoeveel ventilatoren geplaatst worden, en op welke plekken in de tunnel ze bevestigd moeten worden. Met de komst van nieuwe software en berekeningsmethodieken kunnen allerlei mogelijkheden doorgerekend worden.” En dan komt het soms voor dat er geen systemen te zien zijn in de tunnel zelf. “Bij de Leidsche Rijntunnel (A2 bij Utrecht) is er hierdoor gekozen voor een ventilatiesysteem met relatief veel ventilatoren aan de ingang van iedere tunnelbuis. (Zie foto boven artikel red.) Hierdoor is de tunnelbuis zelf erg ‘schoon’ gehouden, je wordt niet afgeleid door allerlei installaties. En omdat er flinke ventilatoren bij de ingang hangen, heb je het idee: hier zit het wel goed met de ventilatie. Een prettig gevoel.”