Tips voor verduurzaming monumenten

Erik op 29 oktober 2014 | 4 minuten leestijd
Monumenten zijn vaak energievreters. En het is best lastig om iets te doen aan duurzaamheid door de regels die gelden voor een beschermd stadsgezicht. Toch zijn er wel technische mogelijkheden. Een aantal bouwbedrijven en Natuurmonumenten gaven de redactie hiervoor suggesties.

Als u rekening moet houden met de ‘visuele gevolgen voor de historische omgeving’, dan zijn er nog steeds verschillende manieren om het elektriciteitsverbruik van een monument omlaag te brengen.

Isolatie

Historische gebouwen moeten kunnen ‘ademen’ om vochtige lucht naar buiten af te voeren. Veel isolatiematerialen werken maar beperkt mee aan het opnemen en afgeven van vocht. Enkele bouwbedrijven gaven de suggestie voor Bluedec®, een isolatiedeken op basis van aerogel. Het isoleert warmte en kou 2 tot 8 keer beter dan elk ander isolatiemateriaal. Omdat het zo dun is, kan het bovendien op lastige plaatsen worden toegepast. Het is waterafstotend, maar wel dampdoorlatend.

Toine Wassing van Bluedec: “Bluedec is niet het goedkoopste isolatiemateriaal, maar het heeft wel veel voordelen ten opzichte van andere materialen. Op verzoek van architecten en aannemers hebben wij een deken ontwikkeld met een lambda van 0,017 die prijstechnisch ook interessant is.”

Achterzetramen

Een andere suggestie is het gebruik van achterzetramen. De originele ramen blijven bestaan, dus het gebouw behoudt zijn uiterlijk vanaf de buitenkant, maar aan de binnenkant komt een extra wand met achterzetramen. De combinatie van beide wanden en ramen, maakt het mogelijk om het gebouw op een natuurlijke manier te ventileren.

De buitenlucht komt binnen aan de onderkant van de originele ramen en stroomt in de spouw tussen de oude en de nieuwe muur. Daar wordt de koude lucht voorverwarmd en stijgt het langzaam naar boven. De verwarmde lucht stroomt via een onzichtbaar rooster aan de bovenkant van de achterzetramen naar de woonruimte. De wanden met achterzetramen zijn uitgevoerd bij het eerste energieneutrale monument van Nederland, een villa in Driebergen (zie foto).

Houtketels

Zeker in bosrijke gebieden kan gewerkt worden met houtblokken en houtsnippers voor het opwekken van warmte. Natuurmonumenten heeft een aantal jaren ervaring met houtketels, die gasketels vervangen. Er staan op meerdere locaties van Natuurmonumenten (vooral beheerkantoren) verschillende ketels. Ze bevallen uitstekend: geven weinig storing en besparen veel kosten. In kasteel Oud Groevenbeek in Putten komt een biomassaketel die het hele jaar draait, ook voor warm tapwater.

In het algemeen geldt dat de investering in houtketels pas goed uitkomt bij een gasgebruik groter dan 5000 m3 gas per jaar.

Verlichting

Volgens Wim Haver van Energiek Milieu Advies kan er veel op verlichting bezuinigd worden. “Ledlampen geven steeds beter en aangenamer licht. Maar ze zijn ook kostbaar. Wanneer er oude tl-buizen hangen en er veel halogeenspotjes gebruikt worden, is led een goede vervanging met een terugverdientijd van 1 tot 4 jaar. Voor andere lampen is de terugverdientijd 5 tot 7 jaar.”

Ook lampjes in kroonluchters en siergloeilampen zijn goed te vervangen door ledlampen. Haver voegt toe: “Voor alle verlichting geldt dat bewegingsmelders veel besparen. Wanneer er niemand is, hoeft het licht meestal niet aan.”

Meer duurzame opties

Afhankelijk van de ligging en het gebruik van het pand, zijn er nog veel meer mogelijkheden. Zo zijn er airco’s die gebruik maken van duurzame energiebronnen, sneldekpannen van lei met ingebouwde zonnecellen, kan WKO een goede mogelijkheid zijn, en kunnen er zonnepanelen en zonnecollectoren geplaatst worden op werkschuren en bezoekerscentra.

 

Gerelateerde artikelen