Stopcontacten op zee

Erik op 4 november 2014 | 3 minuten leestijd
De komende jaren moeten er grote windparken in de Nederlandse Noordzee komen te liggen. Een integrale aanpak kan zorgen voor besparing op de kosten in elektrische infrastructuur. Hiervoor zijn ‘stopcontacten op zee’ nodig: stations die de energie uit verschillende windparken verzamelen.

TenneT is door de overheid in juni aangewezen als netbeheerder op zee. De keuze voor TenneT als de enige netbeheerder op zee zou een flinke kostenbesparing (€ 3 miljard in 15 jaar) moeten opleveren. “Met een integrale aanpak valt veel winst te boeken”, stelt Rob van der Hage, programmamanager Wind op Zee van TenneT. “Alleen al door netoptimalisatie valt er zo’n 15% op de kosten van de elektrische infrastructuur te besparen”, aldus Van der Hage.

In de huidige situatie heeft elk offshorepark in de Nederlandse zee zijn eigen kabel naar het vasteland. De bestaande parken Egmond aan Zee en prinses Amalia zijn aangesloten op het onderstation in Velsen en de nieuwe windparken Gemini en Luchterduinen krijgen een aansluiting op het station Eemshaven respectievelijk Sassenheim.

Het ligt voor de hand om nieuwe aansluitingen op het landelijke transportnet te gaan realiseren door verbindingen te combineren en via zogenaamde ‘stopcontacten’ te clusteren. Al in 2007 verleende TenneT daarom aan het internationale bedrijf ABB de opdracht voor het leveren van een HVDC (High-Voltage Direct Current) stopcontact op zee voor het aansluiten van een 400 MW windpark. In juli 2010 verleende TenneT een volgende opdracht voor nog een ‘stopcontact op zee’ voor de aansluiting van drie grote windmolenparken op zee.

Technische hoogstandjes

De DolWin 1 en DolWin 2 zijn HVDC’s, technisch hoogstandjes die grote offshore windparken met elkaar kunnen verbinden. Beiden zijn geïnstalleerd bij windmolenparken in de Duitse Noordzee.

In de offshore constructie wordt wisselstroom afkomstig van windparken in de Noordzee omgezet in gelijkstroom. Deze gelijkstroom wordt vervolgens via een lange onderzeese hoogspanningsgelijkstroomkabels en daarna een hoogspanningsgelijkstroom landkabel getransporteerd naar een transformatorstation aan land. Hier wordt de gelijkstroom weer omgezet in wisselstroom, zodat de elektriciteit op het landelijke net kan worden aangesloten. Deze offshore netaansluitingen hebben verbindingslengten tot wel 200 km en vermogens tot 900 MW.

ABB is nauw betrokken bij de vergroening en verduurzaming van de energievoorziening in Nederland maar ook in de rest van de wereld. Met name bij het efficiënt aan land brengen van de elektrische energie opgewekt door windenergie op zee. Het bedrijf is nauw betrokken bij projecten van TenneT die met name in Duitsland verantwoordelijk is voor efficiënt transport van energie opgewekt door meerdere offshore windparken. 

Gerelateerde artikelen