Bij de keuze voor een specifieke lamp spelen verschillende factoren een rol. Een daarvan is de levensduur van de lamp. Hoe meer branduren een lamp heeft, hoe meer waar u immers voor uw geld hebt – en vanzelfsprekend kiest u als installateur voor kwaliteit! Maar hoe wordt de levensduur van een lamp nu eigenlijk vastgesteld?
Op de verpakking van een lamp geeft de fabrikant aan wat de levensduur van de lamp is. Nu zouden we kunnen verwachten dat fabrikanten eerder een te lange dan een te korte levensduur claimen. De vraag is dan ook in hoeverre het verwachte aantal branduren zoals op de verpakking staat vermeld overeenkomt met de uiteindelijke prestatie. De Consumentenbond doet hier regelmatig onderzoek naar en is dus een goede informatiebron om uw licht op te steken over dit onderwerp.
Beloften levensduur lamp vaak ingelost
Uit de meest recente tests blijkt bijvoorbeeld dat van alle geteste ledlampen 80 procent inmiddels de 15.000 branduren haalt. Op de verpakking claimen fabrikanten soms een nog langere ‘levensduur lamp’, zelfs tot 30.000 branduren. Om na te kunnen gaan of deze claims óók worden waargemaakt, zou de test uiteraard uitgebreid moeten worden. Het feit dat in de meerderheid van de gevallen de ‘levensduur lamp’ de 15.000 uur haalt, is echter op zichzelf al bemoedigend. In een test van 2013 haalde een kwart van de lampen de 10.000 uur nog niet eens, en dat terwijl op de verpakkingen dikwijls een ‘levensduur lamp’ werd genoemd van 20.000 uur of meer!
Wanneer de ‘levensduur lamp’ getest wordt, wordt ieder model lamp bij een normale temperatuur getest door de lamp gedurende een vaste tijd te laten branden, uit te schakelen en vervolgens weer aan te doen (2 uur en 45 minuten branden, 15 minuten uit, daarna weer aan, etc.). Dit patroon wordt herhaald tot de gewenste levensduur bereikt is (in het geval van de genoemde test 15.000 uur). Ook worden de lampen getest op hun schakelbestendigheid, die uiteraard ook een rol speelt in de levensduur. De meeste ledlampen blijken zeer schakelbestendig te zijn; spaarlampen lijken meer problemen te hebben met veelvuldig schakelen.
Kwaliteitsverlies telt ook mee
Een interessante vraag is bij dit alles nog of de ‘levensduur lamp’ als beëindigd beschouwd moet worden als de lamp helemaal uitvalt, of al eerder, als de lichtkwaliteit afneemt. Als een lamp nog maar 50 procent van de oorspronkelijke hoeveelheid licht geeft, dan wordt hij afgeschreven. Geeft een lamp bij 15.000 branduren echter nog altijd 80 procent licht, dan ziet de Consumentenbond hem als nog goed functionerend. De test maakte ook duidelijk dat dit kwaliteitsverlies over het algemeen relatief gering is.
De ene lamp is natuurlijk de andere niet en u kunt altijd de pech hebben net een minder exemplaar gekocht te hebben. De tip die de Consumentenbond geeft is dan ook een advies om ter harte te nemen én door te geven: altijd het aankoopbewijs en de verpakking van de lamp bewaren, zodat u bij een teleurstellende ‘levensduur lamp’ een beroep kunt doen op de garantie.
