Het plaatsen van laadpalen en laadstation is een groeimarkt waar al flink wat installatiebedrijven in zijn gestapt. Bedrijven en particulieren laten ze plaatsen, en ook bij (lokale) overheidsinstanties zijn laadpalen steeds vaker aanwezig.
CCS
Tesla heeft zijn eigen oplaadsysteem in de vorm van de Superchargers. Het merk heeft in het verleden pogingen gedaan om daar de standaard van te maken door het systeem geschikt te maken voor andere automerken. Dat is tot op heden niet van de grond gekomen. Het consortium Charging Interface Initiative is een samenwerkingsverband tussen een aantal automerken, waaronder Volvo, BMW en Volkswagen. Ook het consortium wil graag een internationale standaard en zou graag zien dat daarvoor het Combined Charging System (CCS) wordt gekozen. Dat systeem maakt zowel ‘gewoon’ enkelfasig laden als snel driefasig laden mogelijk en betekent in de praktijk een combinatie van wisselstroom met maximaal 43 kilowatt en gelijkstroom met (op dit moment) maximaal 200 kilowatt.
Lolo wint Red Dot Award
Standaardisatie en compatibiliteit zijn belangrijke punten die de groei van e-Mobility positief kunnen beïnvloeden. Onder andere die punten vielen de jury van de Red Dot Award op in het laadpunt lolo. Het laadpunt werd in april 2016 uit ruim vijfduizend productinzendingen uit meer dan vijftig landen tot winnaar gekozen. Het innovatieve aspect van lolo en het ontwerp werden geroemd, en ook de deelbaarheid sprak aan.
Studio Floris Schoonderbeek en ontwerpbureau Sinds 1416 ontwierpen het laadpunt en bestudeerden vooraf de hele keten, van auto en parkeerplaats tot aan de kabel, stekker en laadpas. De lolo is een slim laadpunt voor elektrische auto’s. Het punt communiceert zowel met andere accu’s in elektrische auto’s als met leveranciers van energie. Zodoende wordt de energievraag- en aanbod inzichtelijk voor EV-rijders in heel Nederland. Slimme laadpunten, verschillende energiepartijen en de elektrische autobezitters zorgen dan samen voor een efficiënt landelijk dekkend netwerk.
Inzet van het kabinet
E-Mobility is ook voor de regering een aandachtspunt. Henk Kamp, minister van Economische Zaken, verwoordt in een Kamerbrief van 22 november zijn visie op laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer. Over interoperabiliteit en standaardisering zegt hij: “De internationale inzet van het kabinet strekt zich op meerdere terreinen uit. Zo vindt in EU-verband inzet plaats ter stimulering van open standaarden, stekkers en laadsoftware voor interoperabiliteit van laden, roaming. Om internationaal ‘roaming’ met de eigen laadpas mogelijk te maken, is het van belang dat ICTprotocollen gestandaardiseerd worden. In Nederland wordt gewerkt met open ICT-protocollen die hier ook zijn ontwikkeld , waarbij de EV-rijder, serviceprovider en charge point operator de onderlinge identificatie, communicatie en afrekening met elkaar afstemmen. Deze protocollen worden inmiddels internationaal door tal van bedrijven en organisaties gebruikt. Nederland streeft naar open protocollen waarmee op peer-to-peer basis kan worden gewerkt. Voor bedrijven zal dit meer helderheid opleveren, waarmee sneller en beter infrastructuur kan worden uitgerold. Het voordeel voor de EV-rijder is dat hij zo ook in het buitenland met de eigen laadpas eenvoudig terecht kan.”
Laadstation voor alle e-vervoermiddelen
Elektrisch vervoer groeit en groeit. Het aanbod van elektrische auto’s neemt toe, en de verwachting is dat van alle verkochte fietsen in 2017 maar liefst 30% een e-Bike is. En dan zijn er nog elektrische scooters, hybride auto’s, en elektrische snorfietsen. Het is natuurlijk handig om voor al deze vervoermiddelen één elektrisch laadstation te kunnen gebruiken. Bij het standaardiseren moet daar dus ook oog voor zijn.
Tekst: Marion de Graaff
Foto: Shutterstock
