Wim van Dijk, eigenaar van Wélektro, gaat regelmatig het dak op. Hij legt zelf zonnepanelen of inspecteert installaties van derden. Bij die laatste bezigheid valt hem vaak op dat er niet goed gewerkt is. “Ik durf te stellen dat zo’n 70% van alle zonnepanelen in Nederland niet optimaal is geïnstalleerd.”
Zwevende nul
Wim weet wat er mis kan gaan. “Heel vaak zie ik dingen die beter kunnen, maar ik kom ook situaties tegen die echt gevaarlijk zijn. Zo moet je ten alle tijden een zwevende nul voorkomen, want dat geeft kans op kapotte apparaten of zelfs brand. Is de nul niet goed bevestigd, dan ontstaat er al gevaar. En schiet de nul onder de klem vandaan, dan gaat het echt fout en ontstaat er brand. In negen van de tien gevallen is er een extra groep nodig als er zonnepanelen op een woning komen. Bij het aanleggen van deze extra groep gaat het vaak mis: veel installateurs weten niet hoe ze om moeten gaan met uitbreidingen in de meterkast en werken veelal onder spanning. Ook worden de afgaande groepen niet uitgeschakeld. Als je dan de nul loshaalt, kan de elektronische apparatuur in huis kapot gaan.”
Regels en normen
“Natuurlijk zijn er regels en normen”, zegt Wim, “maar die worden slecht nageleefd, zowel door de zzp’er als door de ‘erkend installateur’. Selectiviteit (de verhouding tussen de hoofdzekering en de groepenkastzekering) in de meterkast wordt lang niet altijd aangehouden. Ik hoorde laatst iemand zeggen dat selectiviteit als ‘wens’ mag worden gezien. Onzin! Tussen de afgaande groep in de meterkast en hoofdzekering van de netbeheerder moet volgens de NEN1010 een extra stap te zitten (factor 1,6). In de praktijk betekent dat, dat de zekeringen in de meterkast 2 stappen kleiner moeten zijn dan de hoofdzekering. Als daaraan is voldaan, kan er niks mis gaan. Ik tref met regelmaat groepen voor zonnepanelen aan die met 20 of 25 ampère zijn afgezekerd, terwijl de hoofdzekering slechts 25 ampère is. In dat geval is 16 ampère echt het maximale. Ook tref ik in woonhuizen installatieautomaten met C- karakteristiek aan, terwijl dat toch echt B-karakteristiek moet zijn. Soms worden automaten aan de voedende zijde met 2,5 mm2 kabel bedraad. Dat moet minimaal 4 mm2 zijn en een goede installateur pakt zelfs 6 mm2 om helemaal op zeker te spelen.”
Te veel inspecties
Het gaat volgens Wim op meerdere fronten mis: “Om te beginnen zijn er installateurs die met te weinig kennis van zaken in dit ‘gat in de markt’ zijn gesprongen. Daarnaast worden de prijzen heel erg onder druk gezet, waardoor een klus voor de installateur nauwelijks rendabel is. De werkdruk gaat omhoog en de kwaliteit omlaag. Verder voeren inspecteurs soms 8 of 9 inspecties per dag uit, veel te veel om echt goed werk te leveren. En heeft iedere inspecteur voldoende kennis van elektrotechniek en de NEN1010 om deze keuringen goed te kunnen uitvoeren? Ik heb mijn vraagtekens…”
Vakwerk
“Zonnepanelen plaatsen is vakwerk”, stelt Wim. “Het bestaat uit minimaal drie onderdelen. Het netjes monteren van panelen op een dak is één kant, dan heb je ook nog de AC zijde (van meterkast naar omvormer) en de DC zijde (van omvormer naar panelen). Voor de AC en de DC gelden verschillende normen, berekeningen en manieren van aanpak. Echt: zonder gedegen kennis doe je dat er niet even bij!”
Foto: Op de foto is een niet goed vastzittende nulleiding te zien.