​Smart Industry: centrale versus decentrale besturing

Erik op 31 maart 2016 | 4 minuten leestijd
De overgang van centrale naar decentrale besturing is een veelbesproken onderwerp in de industriële sector. Maar wat houdt het eigenlijk in? En wat zijn de verschillen? Geert van der Zalm, Industry Sector Manager bij Bosch Rexroth, licht toe.

“Elke machine heeft besturing nodig. Een machine kan immers niet zelf bepalen wat het moet doen; daar is intelligentie voor nodig”, zegt Van der Zalm. “Van oudsher zit deze intelligentie centraal in de machine,waar commando’s dioor gecommuniceerd worden naar de aandrijvingen, die de acties uitvoeren, en sensoren, die de status terug geven aan de centrale intelligentie..”

“Je kunt het vergelijken met het regeren van een land”, vervolgt Van der Zalm. “Besluiten die de centrale overheid neemt, worden vervolgens in steden, dorpen en gemeentes uitgevoerd.”

Niet langer optimaal

Maar er is een verschuiving gaande. Machines zijn tegenwoordig modulair en flexibel, in staat om snel te reageren op veranderende omstandigheden. Dit moet ook wel, want er wordt steeds vaker van fabrikanten verwacht dat ze een groter aantal producten kunnen produceren, in steeds kleinere partijen. Snel kunnen schakelen is daarom van levensbelang om de concurrentie bij te benen.

Dan kom je al snel op een punt dat centrale besturing niet langer optimaal is, weet Van der Zalm: “Wanneer je wilt dat een machine of onderdeel nu het één doet en over een uur het ander, dan krijg je met centrale besturing al snel te maken met een spaghetti aan machinecode. Leg je de intelligentie lager in de keten, ofwel dichter bij de actie, dan kan dat een stuk gemakkelijker, sneller en flexibeler.”

“Stel je voor: een gemeente wil twee keer per week afval ophalen in de regio, in plaats van één keer. Als ze dit eerst bij de centrale overheid moeten voorleggen, kan er veel tijd overheen gaan voordat deze maatregel daadwerkelijk genomen wordt. Als de gemeente zélf de beslissing kan nemen, wordt de maatregel veel sneller doorgevoerd. Zo werkt dat bij machines ook”, aldus Van der Zalm.

Lager in de keten

Tegenwoordig is dit ook mogelijk, want de benodigde intelligentie voor het besturen van een machine wordt steeds goedkoper. Van der Zalm: “Voor hetzelfde geld heb je nu twee keer zoveel rekenkracht als twee jaar geleden.” Daarom kunnen deze systemen ook lager in de keten, ofwel decentraal, geïnstalleerd worden. “Op deze manier maak je aandrijvingen, sensoren en motoren slim”, legt Van der Zalm uit. “Daardoor kunnen componenten zelf beslissingen nemen bij uitzonderlijke situaties, die verder gaan dan aan/uit.” Met andere woorden: decentrale besturing stelt machines in staat om sneller en beter in te spelen op gevraagde flexibiliteit.

Hier komt nog een stap bij. Wat steeds vaker voorkomt, is dat componenten in staat zijn om met de buitenwereld te communiceren, bijvoorbeeld de IT-omgeving. Van der Zalm: “Op die manier kan je op een hele flexibele manier data verzamelen over de prestaties van je machine. Dit is een belangrijk aandachtsgebied binnen Smart Industry, en cruciaal voor het analyseren en optimaliseren van de performance van een productie-omgeving.”

Mogelijkheden voor de toekomst

Het bovenstaande is allemaal mogelijk in de wereld van Smart Industry, maar wordt het in Nederland ook al daadwerkelijk toegepast? “De verbinding met de IT-omgeving, wat we bij Bosch Rexroth Open Core Interface noemen, is relatief nieuw. De mogelijkheden hiervan zijn bijna eindeloos, denk bijvoorbeeld aan het koppelen van databases direct aan modules van de productielijn, of het terugkoppelen van machine throughput data naar ERP systemen. Hier is nog een hele wereld te winnen”, zegt Van der Zalm. “Het decentrale besturingsconcept wordt wel al toegepast, maar daar merk je tegelijkertijd dat de focus vaak nog steeds bij het ‘centrale denken’ ligt. Daardoor profiteren we nog steeds niet optimaal van de decentrale architectuur.”

Lees ook: Smart Industry: Waar staan we? Waar gaan we heen?


Gerelateerde artikelen