Het probleem is te omschrijven als een ‘prestatiekloof’ tussen de voorspelde en daadwerkelijke prestaties van verwarming-, koeling- en ventilatiesystemen. Het gaat volgens Borouchaki al mis bij het ontwerp van deze systemen, als deze ingericht worden voor de hoogst mogelijke prestatie, oftewel vollast.
Verwarming-, koeling- en ventilatiesystemen draaien vaak een stuk minder goed dan vooraf berekend is, ondanks het brede aanbod van nieuwe zuinige technologieën. De ene kamer in een woning blijft te koud, de ander wordt te warm, ondanks de pas geïnstalleerde techniek. Of de ramen worden opengezet voor wat frisse lucht terwijl het gebouw net is voorzien van nieuwe ventilatie. Nieuwe systemen voor warmte, koude en ventilatie worden geïnstalleerd met beloftes van energiezuinigheid en een beter binnenklimaat. En even later zitten investeerders met tegenvallende cijfers in hun maag en klagen bewoners over benauwdheid en wisselende temperaturen.
‘Onverstandig’
Uitgaan van de hoogst mogelijke prestatie is onverstandig, vindt de Danfoss-ingenieur. Klimaatsystemen inrichten op vollast sluit echter niet aan bij de buitentemperaturen door het jaar heen. ‘Dat betekent dat een gebouw met een stevige vollast-prestatie de rest van het jaar slechter presteert. Vergelijk het met een auto waarbij alleen de energieprestatie wordt gemeten op topsnelheid. De klimaatsystemen zouden de rest van het jaar niet vollast, maar deellast moeten presteren. Het goede nieuws is dat er al technologie bestaat die klimaatsystemen op deellast laten draaien met behoud van comfort en binnenklimaat’, stelt de Danfoss-topman.
Een oplossing voor slecht presterende klimaatsystemen bestaat dus al. Nu moet deze nog breed opgepakt worden. De Europese richtlijn Energy Performance Building Directive (EPBD) schrijft inspecties voor van klimaatsystemen en optimalisering onder deellastcondities, schrijft Borouchaki. Een recente studie van onderzoek- en adviesbureau Ecofys in opdracht van Danfoss schat in dat er 60 megaton CO2-uitstoot te besparen is door technische gebouwsystemen te optimaliseren. Bij deze systemen wordt ook verwarming, koeling en ventilatie gerekend. Als meer specifiek gekeken wordt naar warmte, koude en ventilatie zou optimalisatie naar vol- en deellast zo’n 36 miljard euro energiekosten ieder jaar besparen richting 2030.
Verplichting in nationale wetgeving
Om de EPBD echt bij te laten dragen aan energiebesparing in gebouwen, moeten de Europese lidstaten volgens Borouchaki aan de slag. Optimalisering en deellast moet volgens de topman in nationale wetgeving verplicht worden voor alle gebouwen, bestaand, nieuwbouw, groot of klein. ‘Dat kweekt vertrouwen bij investeerders, verbetert leefomstandigheden voor bewoners en gebouwgebruikers en verbetert luchtkwaliteit in steden. Met als kers op de taart minder CO2-uitstoot.’