Schamele resultaten energiebeleid

Erik op 8 oktober 2014 | 3 minuten leestijd
De ambitie uit het vorig jaar opgestelde Energieakkoord – 14% duurzame energie in 2020 – blijkt met het huidige beleid onhaalbaar. Dat is de conclusie uit het onlangs verschenen rapport ‘Nationale Energie Verkenning’. Het feit dat Nederland op dit moment 4,5 procent duurzame energie opwekt, maakt ons de slechtst presterende EU-lidstaat.

Met het bestaande beleid kan het percentage duurzame energie uitgroeien naar 10,6 procent in 2020 en alleen wanneer alle voorgenomen plannen succesvol worden uitgevoerd naar maximaal 12,4 procent. Toch is dat nog altijd onvoldoende om aan de Europese afspraken te voldoen.

Vechten tegen windmolens

Een van de belangrijkste belemmeringen is de weerstand tegen windmolens op land. Zodra een project op maatschappelijk verzet strandt (en die kans is groot), leidt dat tot grote vertraging.

Voor de windparken op zee is afgesproken dat de kosten de komende jaren met 40 procent moeten dalen. Het rapport noemt die afspraak ‘binnen het gestelde tijdpad erg ambitieus’. Alle mogelijkheden voor kostenreductie moeten dan tot het uiterste worden benut. Ook is er veel onzekerheid over of de windparken er op tijd komen.

Weinig energiebesparing

Het Energieakkoord gaat uit van een energiebesparing van 100 petajoule (PJ) in 2020. Een petajoule, is een miljoen maal een miljard Joule, en dit komt overeen met het jaarlijkse energieverbruik van circa 15.000 huishoudens. Om dit te realiseren moet de hele maatschappij energiezuiniger worden. Erg onrealistisch, blijkt uit het rapport.

Voor de periode 2010 tot 2020 wordt bij uitvoering van de vastgestelde besparingsmaatregelen een jaarlijks besparingstempo verwacht van tussen de 0,7 tot 1,2 procent. Het gebruik van steeds zuinigere apparaten en voertuigen en beter geïsoleerde gebouwen zijn hiervoor de belangrijkste verklaring.

Volgens het meest ongunstige scenario blijft de totale besparing steken op 19 PJ. In het beste geval wordt dit 61 PJ, nog altijd fors minder dan het beoogde doel. Het is bijvoorbeeld onduidelijk wat de ‘sector verkeer en vervoer’ kan bijdragen aan energiebesparing want de beloofde maatregelen bestaan nog slechts op papier.

Gemiste kansen voor installateurs

Voor installateurs zou het Energieakkoord extra werk moeten opleveren: met name in projecten met duurzame energie en energiebesparing in huizen. Voor lokale, duurzame initiatieven zijn er namelijk veel subsidiepotjes. Alleen blijken veel mensen in de praktijk in de complexe formulieren en regels vast te lopen, waardoor dit nog niet genoeg van de grond komt.

“We leggen ons er niet bij neer dat het akkoord niet slaagt”, sprak premier Mark Rutte onlangs tijdens de Algemene Beschouwingen. De Tweede Kamer zal het kabinet aan die belofte houden. De druk op minister Kamp om eerder in te grijpen wordt steeds groter.

Milieuorganisaties die bij het akkoord zijn betrokken, vinden dat met name de vervuilende bedrijven te weinig doen om de CO2-uitstoot te verminderen.

De Nationale Energie Verkenning is opgesteld door het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Ze deden dit in opdracht van het ministerie van Economische Zaken.

Gerelateerde artikelen