De salderingsregeling wordt vervolgens stapsgewijs afgebouwd, waarbij de hoogte van het fiscale voordeel afneemt tot nul in 2031. Er werd eerst nog gesproken over een nieuwe terugleversubsidie die vanaf 2021 zou in gaan, maar daar werden teveel bezwaren tegen ingediend, met name vanwege de bijbehorende administratieve lasten. Met het besluit van Wiebes om de salderingsregeling langer te handhaven is de terugleversubsidie definitief van de baan. Holland Solar, belangenbehartiger van de Nederlandse zonne-energiesector, is content met deze keuze. “Hiermee biedt de overheid de zonne-energiesector en de consument de gewenste zekerheid”, aldus Peter Desmet, bestuurslid bij branchevereniging Holland Solar.
Terugverdientijd van 7 jaar
Het besluit van minister Wiebes om de salderingsregeling vanaf 2023 stapsgewijs af te bouwen is het resultaat van jarenlange onderhandelingen tussen de rijksoverheid, de zonne-energiesector en alle andere relevante stakeholders. Branchevereniging Holland Solar heeft altijd voor een zorgvuldige overgangsperiode gepleit tot het moment waarop zonne-energie zonder fiscale stimulering kan concurreren met fossiele energie. “Met de stapsgewijze afbouw van de salderingsregeling in de periode van 2023 tot 2031 komt de overheid aan die zorg tegemoet,” stelt Desmet. “Wij denken dat de belangen van alle partijen die gebruikmaken van de mogelijkheid om te salderen – woningeigenaren, (ver)huurders, mkb-bedrijven, scholen en sportverenigingen – met deze keuze van de minister voldoende zijn gewaarborgd. Naast de gewenste overgangsperiode, is ook de gemiddelde terugverdientijd van 7 jaar geborgd. De stapsgewijze afbouw van de salderingsregeling opent bovendien de deur naar energieopslag middels onder andere thuisbatterijen. Dat is een gezonde en gewenste ontwikkeling.”
Werkwijze afbouw salderingsregeling
De stapsgewijze afbouw van de salderingsregeling leidt er toe dat vanaf 2023 de hoeveelheid opgewekte elektriciteit die wordt teruggeleverd aan het elektriciteitsnet niet meer voor 100 procent wordt verrekend met de aangekochte elektriciteit. Dat is nu nog wel het geval, maar vanaf 2023 zal het fiscale voordeel geleidelijk afnemen voor de teruggeleverde elektriciteit. In tegenstelling tot nu zal de overheid niet langer de volledige energiebelasting terugbetalen, maar slechts een deel. Dit deel wordt stapsgewijs afgebouwd tot het jaar 2031. De verwachting is dat het percentage energiebelasting dat in 2023 terugbetaald wordt 90 procent zal zijn, in 2024 nog 80 procent en in 2031 uiteindelijk 0 procent. Het afbouwpad van het salderen zal eind 2019 in detail bepaald worden.
Overigens stelt de overheid één belangrijke randvoorwaarde voor teruggave van een deel van de energiebelasting: de aanwezigheid van een elektriciteitsmeter met twee aparte telwerken, te weten één voor levering en één voor teruglevering. Dit kan een slimme meter zijn, maar ook een gewone digitale meter.