​Salderingsregeling geteisterd door onzekerheid

Erik op 15 december 2015 | 4 minuten leestijd
Minister Kamp van Economische Zaken heeft aangekondigd dat de regeling rond salderen in 2017 geëvalueerd wordt, om vanaf 2020 door een ‘goede overgangsregeling’ vervangen te worden. Dit veroorzaakt flink wat onzekerheid bij consumenten. Vereniging Eigen Huis (VEH) en de Consumentenbond wijzen Minister Kamp in een brief op de maatschappelijke relevantie van salderen.

Door te salderen kan de consument eigen duurzaam opgewekte stroom in huis verrekenen met zijn verbruikte stroom en mag ook de betaalde energiebelasting verrekend worden. De energiemaatschappij rekent hetzelfde bedrag per kWh voor de gevraagde en de terug geleverde stroom. Als de salderingsregeling wegvalt, krijgt de consument de marktprijs voor de aan het net terug geleverde stroom en verdwijnt ook het belastingvoordeel. Een nadeel dat kan tellen, berekende adviesbureau Merosch al eerder.

Uit een gezamenlijke ledenbevraging van VEH en Consumentenbond blijkt dat 99% van de leden die zonnepanelen hebben, vindt dat de mogelijkheid van salderen behouden moet blijven. Wil de overheid toch de bestaande salderingsregeling aanpassen of vervangen, dan stellen de belangenbehartigers enkele kaders voor, zodat de consument de zekerheid heeft dat zijn investering in zonnepanelen binnen een aanvaardbare termijn terugverdiend kan worden.

De maatschappelijke relevantie van salderen

VEH en de Consumentenbond hebben het salderen onder de loep genomen en concluderen dat zonnepanelen in combinatie met de mogelijkheid van salderen substantieel bijdragen aan de verduurzaming van Nederland én aan het bereiken van de vastgestelde duurzaamheidsdoeleinden. Dit concludeerde het rapport van SEO Economisch Onderzoek eerder ook al.

Volgens de Nationale Energieverkenning van het Energie Onderzoekcentrum Nederland (ECN) blijkt dat het aandeel van zonne-elektriciteit in het totale energieverbruik van 0,4% in 2014 en 0,8% in 2015 verder kan stijgen tot 4,5% in 2020 en 10,4% in 2030. Tenminste, als de salderingsregeling ook na 2020 blijft bestaan. De huidige onzekerheid bij consumenten kan dit groeiscenario logischerwijs dwarsbomen. Het is daarom belangrijk dat minister Kamp snel duidelijkheid brengt in de beleidsplannen omtrent het salderen.

Zonnepanelen zorgen niet alleen voor een belangrijk aandeel in duurzaam opgewekte energie (mét het grootste groeipotentieel vergeleken met andere duurzame opties op land), maar dragen ook bij aan structureel lagere woonlasten en aan een beter energiebewustzijn van consumenten. Zonnepanelen hebben hun populariteit vooral aan de salderingsregeling te danken. Wanneer de mogelijkheid van salderen in 2021 wegvalt, duurt het voor consumenten beduidend langer duren om de investering in nieuwe en bestaande zonnesystemen terug te verdienen.

Ook belangrijk is het effect op de werkgelegenheid. De Nationale Energieverkenning van het ECN toont aan dat de salderingsregeling een belangrijke aanjager is geweest voor de vraag naar installatiewerkzaamheden met betrekking tot zonnepanelen. De werkgelegenheid in de installatiebranche is hierdoor van 2.800 voltijdse banen in 2010 naar 6.200 voltijdse banen in 2013 gestegen. Als het beleid de investering in zonnepanelen blijft stimuleren, dan is dit een stimulans voor de werkgelegenheid in onze branche.

Waarom zit het salderen op de schopstoel?

Het salderen is een sterk en helder instrument waardoor huiseigenaren zonder verdere inspanningen maximaal profijt kunnen halen uit hun investering in zonnepanelen. De regeling was in 2004 als amendement aan de elektriciteitswet toegevoegd, als een eenvoudige en rechtvaardige manier om in een ‘redelijke vergoeding voor terug geleverde elektriciteit’ te voorzien.

De regeling is echter een open-einde regeling, wat betekent dat elke kleinverbruiker die zonnepanelen koopt, hiervan gebruik kan maken. Een deel van de levering van elektriciteit wordt niet meer gemeten en wordt dus ook niet meer belast. Kortom: hoe succesvoller de regeling, hoe meer belasting de overheid ‘misloopt’. Daarnaast reageert de regeling niet op wijzigingen en innovaties in de markt. Uit het onderzoek van VEH en de Consumentenbond staat de energiebelastingderving van de overheid (in 2015 ongeveer 50 miljoen euro) echter niet in verhouding met wat huishoudens in totaal aan energiebelasting betalen (in 2014 2,23 miljard euro) en wat dit betekent voor de verduurzaming van Nederland.

Gerelateerde artikelen