RVO gaat prestaties warmtepompsystemen in woningen onderzoeken

Erik op 4 oktober 2019 | 2 minuten leestijd
De komende drie jaar wil de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) meten hoe het energiegebruik in huizen verandert door de komst van de warmtepomp. Om inzicht te krijgen in de praktijkprestaties van warmtepompsystemen start de RVO daartoe een grootschalig monitoringstraject.

Ieder huishouden met een warmtepomp kan meedoen aan de monitoring op voorwaarde dat er een slimme energiemeter in het huis aanwezig is. Daarnaast moeten particulieren opgeven in welk type woning ze wonen, en wat de samenstelling van het huishouden is. Naast particulieren kunnen ook woningcorporaties, projectontwikkelaars, en installatiebedrijven zich aanmelden. Door middel van het uitlezen van energiedata uit de slimme meter kan RVO zien wat het verbruik in een huis met een warmtepomp is. De meterstanden en aanvullende informatie die deelnemers verschaffen, wordt onder andere gebruikt om gemiddelde rendementen van warmtepompsystemen te bepalen. Deelnemers aan het onderzoek moeten tevens opgeven hoe de samenstelling van hun huishouden is en in wat voor soort huis zij wonen. RVO benadrukt dat alle verbruiksgegevens worden beveiligd opgeslagen met een niet-herleidbare code.

Verschillende typen warmtepompen

RVO wil weten hoe verschillende typen warmtepompen in de praktijk werken om zo het rendement per soort warmtepomp te bepalen. Volgens de dienst kunnen alle soorten warmtepompen meedoen met de monitoring, ook hybride warmtepompen. Als inzicht is verkregen in het rendement van verschillende typen in combinatie met het soort huis waarin de warmtepomp geplaatst is, kan CO2-reducerend beleid daar beter op afgestemd worden.
Daarnaast kan bijvoorbeeld worden gemonitord hoe verbruiksprofielen van elektriciteit en gas veranderen als in woningen een warmtepomp wordt toegepast. Deze informatie is volgens RVO van belang om beleid rond het beperken van CO₂-uitstoot vorm te geven en aan te passen. Netbeheerders kunnen op basis van de gegevens een betere inschatting maken van toekomstige veranderingen in energieverbruik, en zo de benodigde aanpassingen aan hun infrastructuur in kaart brengen.

Adviesbureau Business Development Holland (BDH) coördineert namens de overheidsdienst het onderzoek dat loopt van september 2019 tot juni 2021. Ook Enpuls, Gasterra, Gasunie, Liander, N-Tra, Stedin en Techniek Nederland doen mee aan het onderzoek.

Gerelateerde artikelen