Ruimte voor de wind

Erik op 1 oktober 2019 | 3 minuten leestijd
Windenergie zit in de lift. Voor de Nederlandse kust liggen al diverse windparken. Het eerste windpark op zee telde 36 windturbines. In 2017 stonden er al 289 turbines die jaarlijks 957 MW opwekken.

Op het land zijn er allerlei obstakels zoals bebouwing en natuur die de luchtstroom afremmen. Op zee heeft de wind alle ruimte en daardoor meer kracht. Een windturbine op zee levert 30 tot 40% meer energie op dan wanneer diezelfde turbine op het land zou staan. Dat, plus het gebrek aan ruimte op land, is een belangrijke reden om windparken op zee aan te leggen. 

Stevige toename

De regering heeft de ambitie uitgesproken om nog veel meer windmolens op zee te willen bouwen. Tussen nu en 2023 zal het huidige aantal windturbines verdubbelen en er zijn ook al vergevorderde plannen voor een stevige toename tussen 2023 en 2027.  
De methode die nu algemeen wordt toegepast, is het bouwen op palen. Dergelijke windturbines zijn te bouwen op een zeebodem tot zo’n veertig meter diep. De mast, de gondel en de bladen worden gedragen door een zogeheten monopile. Op de zeebodem wordt eerst een bedje van stenen aangelegd, zodat het zand eronder op z’n plek blijft. Door die stenen heen wordt de monopile een meter of dertig de zeebodem ingeheid. De bouw van windmolens gebeurt met speciale installatieschepen. Ze zijn voorzien van vier enorme poten die tot op de zeebodem kunnen reiken zodat het schip stabiel ligt voor de hijswerkzaamheden.  

Windkracht 

Een windturbine van 3 MW levert op zee ongeveer 6,6 miljoen kWh per jaar op, en voorziet daarmee in de elektriciteitsbehoefte van zo’n tweeduizend huishoudens. Bij windkracht 0 of 1 gebeurt er nog niets. Vanaf windkracht 2, het waait dan twee of drie meter per seconde, gaan de bladen draaien en produceert de turbine stroom. Bij een windkracht tussen 5 à 6 en windkracht 10 produceert de windturbine constant en op maximaal vermogen. Waait het harder dan windkracht 10, dan schakelt de turbine zichzelf  uit zodat hij niet beschadigd kan raken.

Kabels ingraven

De kabels van de verschillende windmolens in het windpark komen op een centraal punt bij elkaar en het gecombineerde vermogen wordt vervolgens naar land getransporteerd. De kabels worden in de bodem ingegraven zodat ze niet verschuiven door stroming of golfslag, en zodat ze niet beschadigd kunnen worden door sleepnetten en scheepsankers. Voor het ingraven wordt een op afstand bedienbare trencher gebruikt. Het is een soort karretje op rupsbanden die een sleuf in de zeebodem maakt, de kabel erin legt en hem afdekt. 

Nieuwe concepten

Het is enorm duur om windparken op zee te bouwen. Er wordt dan ook nagedacht over andere manieren om windenergie op zee te kunnen oogsten. Met drijvende constructies aan kabels bijvoorbeeld, die verder uit de kust hun werk kunnen doen. Maar het is niet eenvoudig om dergelijke installaties te ontwikkelen en tot nu toe zijn de kosten van de conceptversies nog hoog. Misschien is het in de nabije toekomst wel mogelijk en rendabel om drijvende windparken aan te leggen. Daarmee zou een gigantisch oppervlak ontstaan voor de opwekking van windenergie. 

De ambitie van de overheid en de noodzaak om duurzame energie op te wekken, betekent dat er binnen een paar jaar heel veel extra windmolens op zee zullen worden gebouwd. En dat is goed nieuws voor de installatiebranche, want daar zijn installateurs voor nodig. Heel veel installateurs!  

Gerelateerde artikelen