Op het terrein van de Watertransportmaatschappij Rijn-Kennemerland (WRK) naast het KWR-gebouw in Nieuwegein realiseert Waternet in de periode 2017 – 2018 een zonnepark met een capaciteit van circa 8,6 MW. Op het WRK-terrein wordt al sinds 1952 Lekwater gewonnen, voorgezuiverd en onder andere getransporteerd naar de Amsterdamse Waterleidingduinen. Het nieuwe zonnepark gaat in de eerste plaats energie leveren aan het lokale net. Maar wat het Power to X-project bijzonder maakt is dat tegelijkertijd wordt onderzocht of een deel van de geproduceerde zonnestroom kan worden omgezet in andere energiedragers (de variabele X), zoals waterstof.
Verschillende duurzame partners
In dit bijzondere project zijn onder meer KWR, Waternet, VolkerWessels en Stedin betrokken. ‘Het draait vooral om groene waterstof en energieopslag in de bodem,’ legde prof. dr. Ad van Wijk (TU Delft en KWR) uit tijdens de voorjaarsbijeenkomst van Bodemenergie.NL. Via een DC/AC-converter wordt een groot deel van de stroom geleverd aan het elektriciteitsnet. Met een ander deel van de elektriciteit wordt via elektrolyse waterstof geproduceerd, waarmee lokaal een kleine waterstofeconomie zal worden opgezet. Pitpoint realiseert er een waterstoftankstation dat naast zo’n 300 auto’s ook de bussen van regiovervoerder Q-Buzz van brandstof gaat voorzien. In Drenthe heeft Q-Buzz al bussen op waterstof rijden. Het ultrapuur water, dat nodig is voor de elektrolyse wordt lokaal geproduceerd uit neerslag, en opgevangen via de zonnepanelen.
Verwarmen van huizen
Een deel van de zonnestroom wordt gebruikt om de warmte die in de zomer wordt gewonnen uit het ingenomen Lekwater met een warmtewisselaar en warmtepompen naar een hoger temperatuurniveau (40 tot 70 °C) te brengen. Die warmte zal in de bodem worden opgeslagen en in de winter worden benut voor het verwarmen van de woningen in de nabijgelegen wijk Rijnhuizen.
Triplet
‘We creëren een triplet,’ aldus Van Wijk. ‘Een systeem van drie bronnen met verschillende temperatuurniveaus: warmte van 40-70 °C voor de winter, de bodemtemperatuur van 5-7 °C voor de zomer en een bron van 15-30 °C voor de tussenliggende periodes. Een groot voordeel van het Power to X-concept is dat verzwaring van het stroomnet niet nodig in. Want de overschotten aan elektriciteit worden zomers gebruikt voor het maken van waterstof en voor het maken van warmte die vervolgens wordt opgeslagen. In de winter is de warmte zonder warmtepomp direct toepasbaar is in de gebouwen.’
Wetgeving aanpassen
Er is momenteel wel een probleem dat de ontwikkeling van opslag van hoge temperatuur in de bodem in de weg staat: de huidige wetgeving staat het niet toe. Vergunningen in het kader van pilots en onderzoeken worden wel verleend, maar vooralsnog zullen partijen in afwachting van onderzoek naar de effecten voor het milieu de discussie moeten aangaan met omgevingsdiensten en gemeenten.
Energietransitie
Van Wijk vindt dat in het kader van de energietransitie nadrukkelijker de mogelijkheden van hogetemperatuuropslag in de bodem moet worden meegewogen. Ook buiten projecten als Power to X met bijvoorbeeld beschikbare restwarmtebronnen. Bedrijven die restwarmte over hebben, hoeven zich dan niet voor vele jaren vast te leggen voor levering van warmte, een situatie die nu vaak remmend werkt bij de ontwikkeling van warmtenetten. ‘Het zou ook een stimulans kunnen zijn voor de toepassing van geothermie. Met hogetemperatuuropslag is dan vraag en aanbod veel eenvoudiger te matchen.’