Forse toename verkoop
U las er al eerder over op onze website: de verkoop van zonnepanelen nam in 2015 fors toe, vergeleken met 2014. Deze grotere verkoop is grotendeels te verklaren door de versimpeling die is ingevoerd met betrekking tot de regelgeving. Zowel importeurs als installateurs profiteren van deze groei; zij mogen zich verheugen in omzetstijgingen van 70 tot maar liefst 100 procent. Met de stijgende populariteit van zonnepanelen is het voor professionals in de installatiebranche uiteraard goed om de ins en outs te kennen van deze panelen – en dus ook van de meest essentiële onderdelen ervan, de zonnecellen.
Verzameling zonnecellen
Zonnepanelen zijn een verzameling van ‘aan elkaar geknoopte’ zonnecellen. Deze fotovoltaïsche cellen (of PV-cellen) bestaan meestal uit een laagje silicium. Aan de bovenkant van dit silicium vidnt men een laagje fosfor en aan de onderkant een laagje borium. Zo kan het silicium fungeren als halfgeleider. De glasplaten van de zonnepanelen dienen als bescherming voor de zonnecellen. In een notendop: De straling van de zon maakt elektronen los uit de bovenkant van het paneel, met een spanningsverschil tussen de onder- en de bovenkant van het paneel als gevolg. Als de twee kanten op elkaar worden aangesloten, loopt er stroom over de draad.
Silicium als basis
De zonnecellen die bestaan uit silicium zijn ofwel monokristallijn ofwel polykristallijn. Wat de twee soorten anders maakt, is de afwerking van het silicium. Bij de mono kristallijne cellen worden de kristallen in dezelfde richting gelegd, wat zorgt voor een hoger rendement. De productiekosten van dit intensievere proces zijn echter relatief hoog. Polykristallijne cellen zijn niet op deze manier bewerkt, wat ze goedkoper maar ook minder rendabel maakt. Als de gebruiker een groot oppervlak met zonnepanelen wil bedekken, zijn de polykristallijne cellen aan te raden vanwege de lagere kosten. Wie met een klein oppervlak een hoog rendement wil, kan beter kiezen voor de mono kristallijne variant.
Giftig maar veelbelovend
Relatieve nieuwkomers zijn de organische polymere zonnecellen en zonnecellen van perovskiet. Beide types kunnen een financieel aantrekkelijk alternatief vormen voor het moeilijk te winnen (en daardoor dure) silicium. Perovskiet is een mineraal dat volop voorkomt in de natuur en zonnecellen van dit mineraal hoeven veel minder dik te zijn dan de siliciumcellen voor hetzelfde rendement. Het is echter onwaarschijnlijk dat de Nederlandse daken op korte termijn vol liggen met zonnepanelen bestaande uit dit soort zonnecellen. Bij de verwerking van perovskiet komen namelijk nog giftige stoffen vrij, waardoor grootschalige productie nog niet mogelijk is. De ontwikkeling van polymere zonnecellen staat nog in de kinderschoenen; het is onderzoekers nog niet gelukt organische zonnecellen te ontwikkelen die qua rendement in de buurt komen van de gangbare cellen. Slagen ze hier wel in, dan wacht deze cellen een zonnige toekomst.