Voordat in Nederlandse woningen in 2050 de gasaansluiting verdwijnt, duurt nog een hele tijd. Zonne-energie is tegen die tijd wellicht een bruikbaar alternatief, mits consumenten overstappen op elektrisch verwarmen én een oplossing is gevonden voor omslag van energie voor de kille wintermaanden als de zon niet zo uitbundig schijnt. Pelletkachels hebben op dit moment duidelijk een voorsprong als het om duurzaam verwarmen gaat. Wie de stap naar CO2 neutraal verwarmen wil zetten en onafhankelijk wil zijn van aardgas, hoeft niet te wachten tot 2050.
CO2 neutrale verbranding
De brandstof (schoon resthout uit de houtindustrie) is immers duurzaam, omdat een hernieuwbaar restmateriaal zeer efficiënt (90 tot 95% rendement bij een hoog rendement kachel) verbrand wordt. De CO2 uitstoot bij de verbranding is precies de hoeveelheid CO2 die de bomen tijdens hun leven hebben opgenomen. De uitstoot van CO2 is volgens Duitse onderzoeken veel lager dan van een warmtepomp. Het is zelfs een CO2-vriendelijkere brandstof dan aardgas: de uitstoot is een factor 23 lager. Pellets kun je zondermeer scharen onder het hoofdstuk biomassa. Per kWh brandstofverbruik komt bij het verbranden van pellets 0,02 kg CO2 vrij, tegenover 0,29 bij aardgas.
Kachel of CV?
Een nadeel van de pelletkachel is dat je doorgaans slechts één vertrek warmt. Ideaal voor het komende tussenseizoen, ongeschikt voor de winter als je graag het hele huis warm hebt. De groep consumenten die de pelletkachel wil inzetten voor verwarmen van het water in de Cv-installatie groeit. Zij willen nu al onafhankelijk worden van de gastoevoer in hun woning (je zult dan wel elektrisch moeten gaan koken en water verwarmen voor de douche). Als ze dan elektriciteit die de pelletkachel nodig heeft opwekken met zonne-energie – al dan niet opgeslagen in een thuisaccu – groeit de mate waarin ze zelf in hun energiebehoefte voorzien. Fabrikanten van pelletkachels spelen in op deze vraag.
Waarop letten bij een pelletkachel
Er komen steeds meer modellen op de markt die een extra wateraansluiting en een geïntegreerde pomp hebben. Deze kachels kunnen in het tussenseizoen één vertrek verwarmen en in de winter via de Cv-installatie een complete woning. Voor de installateur is het wel een grotere uitdaging dergelijke systemen aan te sluiten. Een van de nadelen van een dergelijke oplossing is dat in de meeste huizen de Cv-installatie op zolder of in de kelder hangt, terwijl consumenten de palletkachel in de woonkamer willen. Dat betekent in de praktijk extra leidingen aanleggen. Technisch is het geen probleem, omdat Cv-installatie en pelletkachel gescheiden van elkaar opgesteld mogen worden. Zogenaamde kanalisatie is een alternatief: via speciale slangen wordt de warmte naar andere vertrekken gevoerd.
Rookgaskanaal
Een ander punt van aandacht is de aansluiting op het rookkanaal. Hierover lopen meningen uiteen. Sommige installateurs verwijzen naar de NEN 2757 norm. Die verbiedt het aansluiten van pelletkachels op een rookafvoer via de gevel. Ook technisch is dat de beste oplossing, Andere leveranciers wijzen op de ventilator in de palletkachel, waardoor een afvoer door de gevel mag, mits deze minimaal 2 meter hoog is. Dat zou voldoende trek moeten opleveren om bij stroomafval te voorkomen dat de rook de woonkamer binnendringt. De afvoer kan dus een extra kostenpost zijn, naast de toch al duurdere kachel. En tenslotte moet de consument bereid zijn regelmatig de pellets bij te vullen én de noodzakelijke schoonmaakwerkzaamheden aan de kachel uit te voeren.
LEES OOK: Pelletkachels: “De markt groeit hard”