Dat payrollbedrijven de laatste jaren als paddenstoelen uit de grond zijn geschoten, laat zich gemakkelijk verklaren. Installatiebedrijven, met name bedrijven met 10 tot 15 vaste medewerkers, houden zich liever bezig met de uitvoering van de kerntaken dan met de regelingen van UWV, Belastingdienst, verzekeraars voor pensioenen en arbodienst. Als een ingehuurde kracht ziek wordt, draait hij niet op voor de kosten, een kostbare verzuimverzekering kan dan ook achterwege blijven. In tegenstelling tot personeel dat wordt ingehuurd via een uitzendbureau, selecteert het bedrijf dat een payrollconstructie verkiest, zelf de mensen die voor hem aan het werk gaan. Oké, het uurtarief voor het ingehuurde personeel is dan weliswaar wat hoger, maar er is ook meer flexibiliteit en minder sores. Hoe makkelijk kan je het hebben?
Niet helemaal vrijblijvend
Maar toch, helemaal vrijblijvend is de payrollconstructie niet. De installateur blijft aansprakelijk voor de afdracht van loonbelasting en premies sociale verzekeringen. En wanneer het payrollbedrijf failliet gaat, is het mogelijk dat hij premies en belasting aan het UWV en de Belastingdienst moet afdragen, zelfs als al eerder geld is afgedragen aan het payrollbedrijf. Payrollbedrijven kunnen immers ook failliet gaan. En als blijkt dat er in de ogen van het UWV sprake is geweest van een schijnconstructie, zal er geen uitkering worden verstrekt. Een bekend voorbeeld uit de jurisprudentie is het taxibedrijf dat eerst chauffeurs ontsloeg om hen daarna via een payrollbedrijf weer aan het werk te zetten.
Een degelijk payrollbedrijf is gecertificeerd volgens NEN 4400-1 en aangesloten bij een van de brancheorganisaties ABU of NBBU. Bij de Belastingdienst is op te vragen of het payrollbedrijf in het verleden de belastingen en sociale premies steeds heeft betaald.
De vakbonden zijn niet zo gelukkig met de payrollbedrijven. De constructie maakt het voor opdrachtgevers in de ogen van de bonden te gemakkelijk om afscheid te nemen als het werkaanbod minder wordt. Een andere bezwaar is volgens de werknemersbond dat er op de werkvloer conflicten kunnen ontstaan omdat er een verschil in beloning is tussen vast en ingehuurd personeel.
Opzegtermijn
Steeds vaker ook blijken zzp’ers de zelfstandigheid die hen aanvankelijk zo aantrekkelijk scheen gedeeltelijk op te geven als hun (vaste) opdrachtgevers bereid zijn hen via een payrollbedrijf werk aan te bieden. Ze worden dan werknemer en voor hen is het dienstverband met een payrollbedrijf vergelijkbaar met het werken via een uitzendbureau. Als het even wat minder gaat met het installatiebedrijf hoef je niet bang te zijn dat je salaris niet betaald wordt. Als payroller heb je geen opzegtermijn. Bevalt je werk niet, dan kun je per direct opzeggen. Doordat een payrollbedrijf voor heel veel andere medewerkers verzekeringen moet afsluiten, kunnen zij collectiviteitsvoordelen bedingen, die kleinere bedrijven nooit kunnen krijgen en die voor een zzp’er vaak helemaal buiten beeld blijven. In vergelijking met zzp’ers heeft een payroller nog meer voordelen, zoals recht op vakantiedagen en vakantiegeld, doorbetaling bij ziekte en pensioenopbouw.
Nadelen zijn er ook. Ook de opdrachtgever heeft geen opzegtermijn, waardoor je niet altijd zeker bent van werk. Gaat de installateur voor de goedkoopste payroll oplossing, dan kan bijvoorbeeld de compensatieregeling voor de wachtdagen bij ziekte en het pensioen minder goed geregeld zijn.
Tekst: Mari van Lieshout