Opwarming drinkwaterleiding zorgt voor gevaar

Erik op 20 juli 2017 | 3 minuten leestijd
Het ongewenst opwarmen van koud drinkwater, kan grote risico’s met zich meebrengen. Dat blijkt uit recent onderzoek van Viega. In het verleden lag de nadruk vooral op de verdeelleidingen voor warm drinkwater, maar de aandacht verplaatst zich steeds meer naar het koud drinkwater (PWC – potable water cold).

Volgens Viega kunnen de risico’s worden beperkt door een hygiënebewust ontwerp van de installatie. “In verlaagde plafonds met hoge warmtelasten kan bijvoorbeeld een automatisch spoelsysteem worden ingepland. In droogbouwwanden moet rekening worden gehouden met een afkoeltraject tussen de PWH-circulatieleidingen en de taparmaturen”, legt het bedrijf uit. Het ongewenste opwarming van de PWC komt veelvuldig voor in de huidige bouwtechniek. In bijvoorbeeld ziekenhuizen en verzorgingsinstellingen worden langgerekte horizontale verdeel-systemen eenvoudig geïnstalleerd in verlaagde plafonds. Juist op die plek bevinden zich ook warmte-voerende leidingen en inbouwverlichting. De warmte die door die installaties vrijkomt, kan de warmte overdragen, zelfs als er gebruik wordt gemaakt van isolatie. In de droogbouwwanden, zo gaat het onderzoek verder, worden voornamelijk de aansluitleidingen van taparmaturen beïnvloed. “Het gaat daarbij om armaturen waarvan de warmwaterzijde deel uitmaakt van een circulatiesysteem (PWH-C). Bij stagnatietijden kan dit in de koudwaterleiding tot gevolg hebben dat een kritische stijging van de (water)temperatuur optreedt.”

Kiemvorming op de loer

Maar ook in de taparmaturen zelf worden daardoor hygiënische risico’s voor de drinkwaterkwaliteit veroorzaakt. Warmte kan eveneens worden overgedragen als er gebruik wordt gemaakt van een doorstromende dubbele muurplaat. Dit gebeurt via het massieve armatuur. Na een korte stagnatietijd kan een temperatuur van meer dan 30 graden Celsius optreden. Een temperatuur die de kiemvorming van legionella beïnvloed.

Wat kan je er tegen doen?

Uit recente berekening van Viega blijkt dat om de hygiënerisico’s door warmteoverdracht in schachtinstallaties te vermijden over het algemeen isolatiemateriaal van een gerenommeerde dikte kan volstaan. Wanneer er sprake is van een verlaagde plafond met hoge warmtelasten, kan een betrouwbaar temperatuurbehoud alleen worden verzekerd door gedwongen waterverversing met behulp van bijvoorbeeld een spoelsysteem dat afgestemd is op het gebruik. “Om de hygiënekritische warmteoverdracht bij taparmaturen in drinkwaterinstallaties te voorkomen, moeten deze aan de warm waterzijde niet via een dubbele muurplaat worden opgenomen in het circulatiesysteem. Daarentegen kan beter gebruik worden gemaakt van lange afkoeltrajecten ter grootte van 10xDN. In droogbouwwanden kan het voor het behoud van de drinkwaterkwaliteit zinvol zijn om het armatuur al vanaf het verlaagde plafond zonder circulatie aan te sluiten.”

Advies

Het gebruik van aansluitleidingen van 2 a 3 meter lengte en wachttijden van enkele seconden wordt sterk aangeraden. Op die manier wordt er geen onnodige warmtelasten overgedragen op de veelal goed geïsoleerde wanden. Wanneer dit wel optreedt, is het risico van kritische opwarming van de PWC bij parallel aangelegde aansluitleidingen uiterst groot. “Dubbele muurplaten als bescherming tegen stagnatie kunnen wel gewoon in PWH ringleidingen worden ingezet, voor zover ze geen deel uitmaken van een PWH-C-circulatiesysteem. Daartoe behoort bijvoorbeeld een gebruikelijke etage-installatie – ook met decentrale warmwatervoorziening.”

Gerelateerde artikelen