Oog voor spanningsverschil

Erik op 8 juli 2013 | 3 minuten leestijd
Jaarlijks treffen honderdduizenden blikseminslagen ons land. Inslagen die grote gevolgen kunnen hebben, zoals brand, beschadigde apparatuur en persoonlijk letsel. Onwetendheid en onderschatting van gevaar zorgen nog steeds voor veel onveilige situaties. De NEN -EN-IEC 62305 geeft daarom richtlijnen voor veiligheid binnen bedrijven. Cruciaal onderdeel is de RIE, een nulmeting.

Bedrijven kiezen nooit bewust voor stagnerende productieprocessen of gevaar op de werkvloer. Het zijn echter reële risico’s van onvoldoende beveiliging. En helaas is dit regelmatig het geval. De focus ligt vaak bij bliksembeveiliging op het dak als bescherming tegen directe inslag. Vaak wordt alleen een standaard overspanningsbeveiliging door een installateur in de verdeelkast geplaatst. Daarmee blijft een risicovolle situatie bestaan.

Ongewenste indringer

Deze situaties zijn vergelijkbaar met beperkte beveiliging van een woning tegen inbraak; er worden wel sloten en klemmen aangebracht, maar het raampje in de bijkeuken blijft open. En zo komt de indringer toch binnen, met alle gevolgen van dien.

Zwaluwen

Bij een inslag treden extreem grote stromen op (3.000 tot meer dan 200.000 A). Zelfs bij goede geleiders bouwen dergelijke stromen een flinke spanning op. Daardoor komen gebouwen, installatiedelen en productielijnen onder spanningen van vele duizenden volts te staan. Wanneer twee delen onder dezelfde spanning staan is er bij tegelijk vastpakken van die delen geen spanningsverschil en zal er geen beschadiging of persoonlijk letsel kunnen ontstaan. Vroeger was dat mooi te zien in landelijk gebied. De zwaluwen die gemoedelijk op 127 Volt leidingen zaten, hadden daar totaal geen last van. Beide poten stonden namelijk onder dezelfde spanning. Dit fenomeen wordt bij beveiliging potentiaalvereffening genoemd. Door alle metalen delen met elkaar te verbinden, worden spanningsverschillen en daarmee gevaarlijke situaties voor mens, installatie en milieu voorkomen.

Wat te doen?

Wat is nu nodig om risico’s te voorkomen en/of te beperken? De eerste stap is een gedegen RIE. Vragen als ‘Waar staat het object’, ‘Wat is de grootte’, ‘Welke apparatuur, kabels en leidingen zijn aanwezig’, ‘Welke financiële risico’s zijn er’ en ‘Wat zijn de mogelijke gevolgen’ komen aan de orde. De uitkomsten bepalen het niveau van beveiliging. Een professionele installatie en regelmatige inspectie van de systemen maken de veiligheid compleet.

Kiezen voor veiligheid

Een uitdagende opgave? Maar echt kiezen voor veiligheid, is onlosmakelijk verbonden met effectieve beveiliging tegen (bliksem)inslag. Een ervaren specialist kan de gevaren goed blootleggen en advies op maat bieden. Voorkom dus onaangename verrassingen en heb oog voor spanningsverschillen. Dán wordt veiligheid een feit.

Gerelateerde artikelen