De samenvoeging en financiële injectie van het onderzoek moeten leiden naar meer integratie van zonne-energie in bijvoorbeeld gebouwen, infrastructuur en mobiliteit. Volgens Wim Sinke, programmacoördinator zon bij ECN.TNO en hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam moet zonne-energie worden gecombineerd met ander gebruik van de ruimte. Alleen dan kunnen ambities van overheid en bedrijfsleven willen realiseren.
Geen eenzijdige focus meer
Tot dusver richtte onderzoek naar zonne-energie zich vooral op het reduceren van kosten en verhogen van de opbrengst. Die eenzijdige focus moeten onderzoekers achter zich laten. Sinke: ‘Het traditionele zonnepaneel met één vaste maat en uiterlijk krijgt gezelschap. We moeten ook rekening houden met de samenleving en de omgeving waarin we zonnepanelen plaatsen. Als we dat niet doen kan de impact negatief zijn, op allerlei manieren. Mensen kunnen zich verzetten omdat het stoort, maar het kan ook de kwaliteit van bodemleven negatief beïnvloeden omdat zonnepanelen licht wegnemen.’
Building integrated PV
De oplossing is het integreren van zonnecellen in andere toepassingen, bijvoorbeeld building integrated PV in gebouwen. Daar wordt in Petten al aan gewerkt. Zo kwam het instituut twee jaar geleden in samenwerking met onder meer architectenbureau UN Studio met zonnepanelen met een geheel ander uiterlijk voor gebruik op gevels. Ook werkt TNO al lang samen met het Helmondse bedrijf Lightyear dat een elektrische auto ontwikkelt die wordt gevoed door zonnecellen geïntegreerd in de carrosserie. Het aanbod van zonnecellen die zijn geïntegreerd in andere toepassingen is tot dusver beperkt en duur. Er moet meer keus komen en meer flexibiliteit, zonder extra kosten.
Onderzoek in één gebouw
‘Petten’ zal zich dus meer gaan richten op het verder ontwikkelen van juist dat soort geïntegreerde toepassingen. Daartoe investeert TNO miljoenen in het onderzoekslaboratorium, mogelijk gemaakt door bijdragen van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de provincie Noord-Holland. Laboratoria voor onderzoek naar efficiënte cellen die nu nog verspreid liggen over het terrein komen in één gebouw en er wordt een nieuw laboratorium voor onderzoek aan toepassingen ingericht. Gezien de aanwezige infrastructuur in Petten waaronder het gekwalificeerde personeel, heeft TNO besloten om het laboratorium niet te integreren met het andere grote onderzoeksverband waarin het centrum deelneemt: Solliance in Eindhoven. ‘Die twee kunnen naast elkaar bestaan’, zegt Sinke, want Solliance richt zich op toepassingen met zogeheten dunnefilmzonnecellen, terwijl Petten toepassingen ontwikkelt met zonnecellen van silicium als basis. De twee bundelen deze krachten overigens in efficiënte tandems’, waarin dunne films en silicium worden gecombineerd om de opbrengst te verhogen. Onderzoek op beide locaties wordt aangestuurd vanuit het gezamenlijk programma Roadmap Zonne-energie.