Natuurlijke ventilatie: genoeg of niet?

Veel oudere woningen hebben geen mechanische ventilatie. Voor de frisse lucht kan er een raam of rooster open gezet worden, en vaak zorgen kieren voor nog wat extra ‘natuurlijke ventilatie’. Maar is dat genoeg voor een goede luchtkwaliteit in een woning?

Bij ventilatie denken de meeste mensen alleen aan de aanvoer van schone lucht. Dat is natuurlijk niet het enige: het gaat ook om de afvoer van vochtige en gebruikte/vervuilde lucht. In woningen met natuurlijke ventilatie komt er verse lucht binnen door ramen, roosters en kieren. Meestal lopen er afvoerkanalen vanuit de keuken en de badkamer naar de gevel of het dak, waardoor vochtige en/of vervuilde lucht de woning uit kan. 

Warmteverlies

Ventileren door middel van natuurlijke ventilatie gaat het beste als de lucht zich kan verplaatsen. Daarvoor is het nodig dat er genoeg lucht binnenkomt. Ruimte onder de binnendeuren of roosters in binnendeuren of -muren maken dat die lucht vervolgens vrij rond kan stromen. Een misverstand is dat luchten net zo goed werkt als ventileren. Dat is niet zo. Luchten is voor even, ventileren moet altijd. Dat is meteen het grote probleem, want ventileren zonder warmteverlies is onmogelijk.

Op zich is natuurlijke ventilatie prima, maar wie last heeft van tocht zorgt voor kierdichting en wie de warmte binnen wil houden doet ramen/roosters dicht. Met als gevolg: vochtproblemen en ongezonde lucht in huis. In een groot deel van de oudere woningen is schimmel een probleem, tabaksrook en fijnstof komen ook veel voor.

Centraal of decentraal

Als de ventilatie in een woning niet goed is, of als natuurlijke ventilatie ongewenst is omdat de bewoners het als oncomfortabel ervaren door kou en tocht, dan is een mechanisch ventilatiesysteem een oplossing. Dat kan in de vorm van lokale balansventilatie (decentraal) of door een vraag-gestuurd mechanisch afvoersysteem (centraal). Bij lokale balansventilatie wordt in de buitenmuur een aparte ventilatie-unit gemonteerd die de aan- en afvoer van lucht in de aangrenzende ruimte regelt. In iedere te ventileren ruimte moet dan een afzonderlijke unit geïnstalleerd worden. Lokale balansventilatie is relatief gemakkelijk in een bestaande woning aan te brengen. Het is wel zaak voor een goede kierdichting te zorgen.

In bestaande woningen kan een vraag-gestuurde mechanische afvoer ook een goede oplossing zijn. Vocht- en/of CO2-sensoren meten de luchtkwaliteit in verschillende ruimten. Op basis daarvan regelt een centrale aansturing dat de ventilatie-unit meer of minder vervuilde lucht afvoert, en meer of minder verse lucht aanvoert. 

Genoeg capaciteit

Het is aan de installateur om op locatie te kijken welk systeem daar het beste geïnstalleerd kan worden. Wat het ook wordt: het systeem moet genoeg capaciteit hebben en goed afgesteld worden. Een goed ontwerp en een zorgvuldige installatie, maar ook een goede instructie van de gebruiker van het systeem zijn belangrijk voor de juiste werking ervan. Het is wel belangrijk dat de roosters en filters schoon zijn. Na verloop komt er stof en vuil in, en dan is de werking minder goed. Vertel de klant bij de ingebruikname dus dat roosters en filters regelmatig schoongemaakt moeten worden. Kleine moeite, toch?

Gerelateerde artikelen