​Meten met ongekalibreerde instrumenten is niet zonder risico

Erik op 6 oktober 2016 | 3 minuten leestijd
Hoe geavanceerd de huidige generatie meetinstrumenten waarmee installateurs werken ook zijn, goed meten blijft mensenwerk. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker, dat de data juist worden geïnterpreteerd en de instrumenten goed zijn gekalibreerd. De enige manier waarop de installateur met overtuiging kan aantonen dat zijn meetinstrument goed heeft gefunctioneerd, is door het overleggen van een kalibratiecertificaat.

Zijn de waarden die de meter aangeeft ook altijd de juiste waarden? De instrumenten waarmee de installateur werkt, tonen niet zelden waarden tot drie cijfers achter de komma. Maar leveranciers van de meetinstrumenten wijzen wel op goed onderhoud en regelmatige kalibratie. Laten installateurs dat na, dan is het zeer wel mogelijk dat de waarden die op het display verschijnen niet overeenstemmen met de werkelijkheid. 

Een onderhoudsmonteur die gasdruk wil meten bij een cv-installatie dient te werken volgens de NEN-EN 50379:2004 deel 2. In deze norm staan de meetmethodiek en de eisen waaraan de meetinstrumenten moeten voldoen uitgebreid omschreven. Indien het gebruikte meetinstrument wordt gebruikt voor een selectieve meting en niet is gecertificeerd volgens deze norm, kan de onderhoudsmonteur in de problemen komen als hij aansprakelijk wordt gesteld voor schade.

Geautoriseerd servicecentrum

Belangrijk is dat de meetinstrumenten worden onderhouden en/of gekalibreerd in een geautoriseerd servicecentrum. Een verplichting tot kalibratie bestaat er niet maar met name de grotere installateurs hebben in hun ISO-certificering daarvoor voorschriften opgenomen. Vrijwel alle fabrikanten van A-merken beschikken in verschillende landen over minimaal één geautoriseerd servicecentrum. Het servicepersoneel hiervan wordt regelmatig getraind door de fabrikant en heeft naast actuele kennis van de instrumenten, ook het juiste gereedschap en originele onderdelen. Voor veel moderne meetinstrumenten is speciale software nodig om wijzigingen aan te brengen in de werking en de functionaliteit van het toestel. Deze software wordt uitsluitend aan de geautoriseerde servicecentra ter beschikking gesteld. Daarmee zijn ze in staat om het meetinstrument op de juiste wijze te onderhouden en te kalibreren, waarbij de fabrieksgarantie en eventuele certificering intact blijft. “Om het risico voor de installateur te beperken, bieden we bij Euro-Index bij vrijwel elk meetinstrument ook KWS aan,” vertelt Marco van Raavens. “KWS is een service waarbij het instrument periodiek (preventief) wordt onderhouden en gekalibreerd. We vervangen onderdelen, zoals elektrochemische sensoren, accu’s en filters als die eraan toe zijn. Het instrument wordt tevens gekalibreerd en voorzien van een geldig kalibratiecertificaat.”

Intervallen oprekken

Wie ervan verzekerd wil zijn dat de instrumenten de juiste waarden aangeven, moet ze jaarlijks laten kalibreren, zegt Leo Valk van producent Fluke. “De kosten bedragen doorgaans 15 tot 20 procent van de nieuwwaarde van de meter. Dat kan behoorlijk aantikken. Om de kalibratiekosten te drukken kunnen installateurs de intervallen afhankelijk van het type meter en de intensiteit van gebruik wat oprekken naar eens in de twee jaar.”

Wie een instrument laat kalibreren moet deze wegbrengen of opsturen en kan het dus enige dagen niet gebruiken. Sommige aanbieders kunnen vervanging regelen, maar het is in de meeste gevallen slimmer om het tijdstip van kalibratie af te stemmen op de werkplanning van het installatiebedrijf.  Sommige installateurs laten alle meetinstrumenten onderhouden en kalibreren tijdens een zomersluiting of kerstvakantie om de efficiëntie zo hoog mogelijk te houden.

Gerelateerde artikelen