Machinerichtlijn verandert eisen deelmachines

Casper op 19 april 2013 | 2 minuten leestijd
Eind volgend jaar wordt de nieuwe Europese Machinerichtlijn van kracht. Dan moet ook de bouwer van deelmachines, die in productielijnen of eindmachines worden ingebouwd, aan hogere eisen voldoen. Wat in de huidige richtlijn nog een IIB-machine heet, bijvoorbeeld een aandrijf- of besturingsunit, wordt onder de nieuwe Machinerichtlijn een ‘niet-voltooide machine’. De bouwer van dergelijke deelmachines zal voortaan een risicobeoordeling moeten uitvoeren en een technisch dossier moeten samenstellen.

De nieuwe situatie heeft voordelen voor de koper van de deelmachines, die deze inbouwt in zijn eigen eindproduct. Zo krijgt de bouwer van het eindproduct de verplichte informatie bij het deelproduct aangeleverd door de producent ervan. Deze informatie kan hij zo toevoegen aan het technische dossier, dat in het kader van de Machinerichtlijn bij zijn eigen eindproduct moet worden opgesteld.

IIB-verklaring
Een machine die niet op zichzelf staat (‘stand-alone’) maar wordt ingebouwd als onderdeel van een industriële productielijn, moet in het kader van de Europese Machinerichtlijn tot op heden worden afgeleverd met een zogeheten IIB-verklaring. Niet de producent maar de koper van die machine heeft nu nog zelf de verantwoordelijkheid voor de verplichte veiligheidsmaatregelen voor deze in gebruik wordt gesteld. De nieuwe Machinerichtlijn voorziet echter onder meer in de hogere eisen die worden gesteld aan de bouwer van de deelmachines. Dat vraagt een stevige aanpassing van de huidige werkwijze.

Bron: NEN/foto: Reinold Tomberg
Gepubliceerd op 23-11-2008 (08:34) door Imke Hammerman