Preventie van legionella is bij een warmtepompboiler zeker aan de orde. Zeker nu mensen steeds bewuster met energie omgaan. Om installaties zo energiezuinig en duurzaam mogelijk te maken, worden de systeemtemperaturen verder verlaagd, wat een verhoogd risico op legionellabesmetting met zich meebrengt.
De warmtepompboiler en de legionella bacterie
De legionellabacterie veroorzaakt de veteranenziekte of legionellagriep en gedijt het best in een waterrijke omgeving met een temperatuur tussen 37°C en 55°C. De bacterie gebruikt aminozuren en metalen, die in lage concentraties in water aanwezig zijn, als voedingsbron en heeft zuurstof nodig om te groeien. Legionella nestelt zich bijvoorbeeld graag in de biofilm in leidingen. In een boiler die door een warmtepomp verwarmd wordt, is de warmwatertemperatuur niet hoger dan 55°C; onvoldoende om groei van legionella te voorkomen. Om de legionella groei te beperken of te voorkomen is het nodig dat het water regelmatig tot 60 à 70°C verwarmd wordt en dat de boiler jaarlijks gespuid (onder hoge druk doorspoelen) wordt.
Preventie
Conform de ISSO publicaties 30.5 (LegionellaCode woninginstallaties) en 55.1 (Handleiding Legionellapreventie in Leidingwater) moet de warmtepompboiler wekelijks gedesinfecteerd te worden. Dit kan door de gehele boilerinhoud tot 60°C op te stoken en daar minimaal 20 minuten op te laten staan, of tot 65°C voor minimaal 10 minuten of voor minimaal 5 minuten op 70°C. Gebruikt de warmtepomp R407C of R410A als koudemiddel, dan zijn eerder genoemde temperaturen onhaalbaar. De compressor zal de warmtepompboiler naar de hoogst haalbare temperatuur brengen en een elektrisch element zorgt vervolgens voor het laatste deel temperatuurverhoging. Er zijn nu overigens wel al standaard warmtepompen met koudemiddel R410A die door middel van een technische innovatie genaamd ‘enhanced vapor injection’ zonder extra elektriciteit of gas een ‘legionellabestendige’ temperatuur van 65°C kunnen behalen.
LEES OOK: Kies niet blindelings voor een warmtepomp
Automatische preventie van de legionella
U kunt zich wel inbeelden dat de meeste consumenten deze wekelijkse “preventieve thermische desinfectie” wel eens zouden kunnen vergeten. Daarom zijn de meeste warmtepompboilers ingesteld om de temperatuur gemiddeld op 50-55°C te houden en deze wekelijks automatisch op te voeren tot 60°C. Er bestaan ook systemen die continu op een gemiddelde temperatuur van 60°C werken.
Het meeste rendement voor uw klant is er echter wanneer het temperatuurverschil tussen de koude- en warmtebron zo laag mogelijk is. Denk bijvoorbeeld aan de combinatie warmtepomp(boiler) met vloer- en wandverwarming. Daarom zijn er nu ook warmtepompboilers op de markt die juist veel aandacht hebben voor het voorkomen en bestrijden van legionella in dergelijke laagtemperatuur systemen. Dit kan bijvoorbeeld doordat het water in het boilervat niet opgewarmd wordt door een verwarmingsspiraal maar door een externe warmtewisselaar in de warmtepomp. Omdat het water onder uit het vat gehaald wordt, kan het hele vat doorstroomd en opgewarmd (tot 60°C) worden, zodat het vat én het leidingcircuit gedesinfecteerd worden.
Let extra op na een vakantie
Om op energie te besparen, zetten veel mensen hun warmtepomp uit als ze op vakantie gaan. Het probleem is dan wel dat het water in de warmtepompboiler x-aantal dagen / weken stil heeft gestaan op een lage temperatuur en de warmtepompboiler ook niet automatisch gedesinfecteerd is. Na een vakantie kunt u uw klant aanraden om het koude en warme water een minuut lang te laten stromen en om de warmtepompboiler minimaal een uur op temperatuur (minimaal 60°C) te laten komen. In sommige gevallen is het niet mogelijk om de warmtepompboiler handmatig tot een legionella desinfecterende temperatuur te brengen. In dat geval is eventueel nog een chemische reiniging mogelijk of kan er een hygiëne buffervat geplaatst worden, wat als filter dient om de kans op legionella te verkleinen.
LEES OOK: Absolute run op ISDE-subsidie blijft uit