​Ledverlichting: aan welke richtlijnen moet het voldoen?

Erik op 25 januari 2016 | 4 minuten leestijd
Voor ledverlichting gelden allerlei Europese richtlijnen. Verschillende instanties houden toezicht op die richtlijnen, zoals Agentschap Telecom (AT), Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Dat maakt het voor elektrotechnische installateurs niet altijd even overzichtelijk. Welke richtlijnen gelden? En wat houden ze precies in?

Dat regelgeving nodig is, bleek uit een grootscheepse inventarisatie onder producenten en importeurs van ledverlichting. AT, ILT en de NVWA organiseerden de inventarisatie samen en keken naar de technische eisen, de documentatie en/of technisch dossier (o.a. EG-verklaring van overeenstemming, tracering producent, en gebruikshandleiding) en de etikettering. Slecht een handjevol producten voldeed aan alle richtlijnen.

Noodverlichting is bij uitstek een onderdeel van de verlichtingsbranche die voor het overgrote deel wordt uitgevoerd in de led. In dat kader laat Famostar-directeur en noodverlichting specialist Herold Boertjens zijn licht schijnen over zes richtlijnen.

EMC-richtlijn

De richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit (toezicht AT) werd in 2004 opgesteld. Deze EMC-richtlijn is van toepassing op alle producten en heeft als doel de begrenzing van elektromagnetische emissies van apparatuur en vaste installaties. Dit om te voorkomen dat ze storingen bij andere apparatuur en vaste installaties veroorzaken of zelf door storingen worden beïnvloed. Herold Boertjens: “De EMC-richtlijn wordt in het productontwerp meegenomen en uitgebreid getest bij derden. De fabrikant of importeur moet een interne controleprocedure uitvoeren om te beoordelen of de apparatuur voldoet aan de essentiële vereisten.”

Ecologisch ontwerp

Noodverlichting is grotendeels uitgesloten van de richtlijn Ecologisch ontwerp voor energie-gerelateerde producten (toezicht ILT). De richtlijn geeft de kaders aan van de Europese ecologische ontwerpvoorschriften voor energie-gerelateerde producten. Dat zijn producten die tijdens het gebruik effect hebben op het energieverbruik. De richtlijn noemt parameters voor de verschillende fasen in de levenscyclus van diverse producten. Voor elke fase worden verschillende milieuaspecten beoordeeld, zoals het verbruik (en de mogelijkheden van hergebruik) van materialen en energie, de verwachte verontreiniging en de productie van afvalstoffen. Boertjens: “Noodverlichting, en zeker niet-permanente noodverlichting, is per definitie inefficiënt. Batterijen worden het gehele jaar opgeladen om gemiddeld één uur licht te geven. Dan is bijvoorbeeld de Lumen/Watt verhouding niet heel relevant. Vandaar de uitsluiting.”

RoHS

De richtlijn RoHS (afkorting van Restriction of Hazardous Substances) heet in het Nederlands: Beperking van gevaarlijke stoffen (toezicht ILT). Het gaat dus om het bewaken van de hoeveelheid gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur. Boertjens: “Dit geldt ook voor onze producten en wordt bij ons geborgd door leveranciers te laten verklaren dat volgens RoHS wordt geproduceerd. Er is een uitzondering voor Cadmium dat wordt gebruikt in veel accu’s voor noodverlichting. In nieuwe producten zie je niet veel Cadmium meer, maar in bestaande producten worden deze accu’s nog wel veel toegepast. Omdat ze niet vervangbaar zijn door alternatieven is de uitzondering gemaakt. Printplaten zijn bijvoorbeeld wel loodvrij gesoldeerd en voldoen aan de RoHS richtlijn.”

Laagspanning

De laagspanningsrichtlijn (toezicht NVWA) is bedoeld om in de Europese Unie een zo hoog mogelijk veiligheidsniveau te waarborgen voor elektrische apparatuur werkend op laagspanning. De richtlijn heeft ook als doel om de regels over de verkoop van deze apparatuur harmoniseren. Boertjens: “De eisen zijn meegenomen in de algemene verlichting productnorm NEN-EN-IEC60598 of NEN-EN-IEC60598-1 en NEN-EN-IEC60598-2-22 (1 is de basis en 2-22 specifiek voor noodverlichting).”

Energie-etikettering

De richtlijn voor energie-etikettering (toezicht NVWA) schrijft voor dat op de etiketten van verschillende soorten producten het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen moet zijn aangegeven. Dit om het de eindgebruiker in staat te stellen om aan de hand van die verstrekte informatie te vergelijken en te kiezen voor energiezuinige ledlampen. “Op noodverlichting is deze regel nog niet van toepassing, maar dat gaat in de toekomst wellicht veranderen”, aldus Herold Boertjens.

Product veiligheid

Omdat de richtlijn Algemene Product Veiligheid (toezicht NVWA) voor consumentverlichting geldt, heeft Boertjens hier niet mee te maken. “Noodverlichting is per definitie geen consumentenverlichting. Maar vanzelfsprekend moeten onze producten ook veilig zijn, en daarom wordt voor noodverlichting de CE-markering toegepast en ENEC (conform met NEN-EN-IEC60598-2-22). Het goede van deze richtlijn is dat het fungeert als een EU-systeem waarbinnen snel informatie uitgewisseld kan worden over gevaarlijke non-foodproducten. Dat geeft nationale autoriteiten de mogelijkheid om snel maatregelen te nemen.”

Gerelateerde artikelen