Je zal het maar hebben: misofonie

Erik op 15 oktober 2014 | 3 minuten leestijd
In het dorp waar ik woon, ligt sinds kort glasvezelkabel. De aanleg daarvan ging bepaald niet zonder slag of stoot. Alle trottoirs in onze straat moesten tot drie keer toe worden opengebroken, er moesten aftakkingen naar de huizen worden gemaakt, gaten worden geboord, kastjes en routers worden opgehangen en daarna moest alles nog worden getest en aangesloten.

Al deze werkzaamheden werden door verschillende bedrijven en op verschillende data uitgevoerd, waardoor de hele operatie wel twintig weken heeft geduurd. Had men een en ander gecombineerd, dan had dit vast sneller en kosteneffectiever gekund. Kwestie van goed scrummen, maar daarover meer in een volgend artikel…

Huishond Muffin

Ik wil het hier hebben over de ‘testmannen’. Die staan ’s ochtends om een uur of 10 bij mij voor de deur. Of ze even mogen checken of de verbinding met de buurtcentrale naar behoren functioneert. Dat is mij best. Ik wijs ze de weg naar het eerder geïnstalleerde kastje in de hoek bij de televisie. Dan loop ik naar de keuken. Ik vind het altijd lastig om mezelf een houding te geven als er werkmannen over de vloer zijn. Zou ik achteloos in de keuken een krantje blijven lezen? Nee, denk ik bij mezelf, ik ga er gewoon eens bijzitten op de bank. Eens kijken wat die mannen allemaal doen. Huishond Muffin (een anti-allergische golden doodle) installeert zich knus tegen me aan. Hij is van het knuffelige type. Als ik hem even niet aanhaal, gaat hij aandacht trekken. Daarvoor gebruikt hij de zogenaamde ‘lik-tactiek’; de arm die zou moeten aaien, wordt grondig afgelikt. Ik laat hem maar begaan. Ik moet tenslotte toch nog douchen vandaag. De monteurs zijn intussen druk bezig met het meten van de signaalsterkte. Dan schiet één van hen plots uit zijn slof. “Mevrouw”, vraagt hij indringend,”wilt u zorgen dat die hond stopt met likken?”. Even denk ik dat de man een grap maakt. Uit zijn gespannen houding blijkt echter dat het hem menens is. De monteur lijdt aan misofonie, zo vertelt hij me. Dat houdt in dat hij een afschuw heeft voor bepaalde geluiden, waaronder hondengelik. Ook van smakken en tikken krijgt hij het op zijn zenuwen. Niet echt handig als je elke dag langs tientallen huishoudens moet. ‘Je zal het maar hebben’, zult u denken. Mijn gedachte was echter: ‘Een monteur met een angststoornis, dat heb ík weer!’



Gerelateerde artikelen