“Duurzaamheid is geen hype maar een tijdperk”

Erik op 24 maart 2014 | 4 minuten leestijd
In de rubriek ‘Columns’ leest u deze keer een interview met Harm Vredenburg. Hij geeft leiding aan Vredenburg Installatietechniek, een totaalinstallatiebedrijf in Steenwijkerland. Vredenburg is in de regio een van de koplopers als het gaat om duurzaamheid. “Het is tijd dat we de balans tussen mens en natuur herstellen.”

“Duurzaamheid begint bij jezelf”, stelt Harm Vredenburg. “Mijn woonhuis heeft energielabel A en ons bedrijfspand dat we in 2006 volgens de nieuwste methoden op het gebied van duurzaamheid lieten bouwen, heeft een A+ label. Na acht jaar staat ons gebouw nog steeds in de top 20 van meest energiezuinige gebouwen van Nederland. We dragen hier gezamenlijk uit waar we voor staan en zijn in deze regio denk ik wel een van de koplopers op het gebied van duurzaamheid. Wat mij betreft is duurzaamheid geen hype, maar een tijdperk.”

Rol installateurs

“Ik zie zeker een rol weggelegd voor installateurs, als het gaat om het verbreiden van duurzaamheid”, zegt Harm. “Wij moeten klanten laten zien wat er te koop is en welke besparingen ze kunnen behalen. Daar ligt een belangrijke taak. Het is een kwestie van doen, en nu is altijd een goed moment. Wij doen een heleboel: we organiseren voorlichtingen over zonnepanelen en warmtepompen, en we informeren agrariërs in de buurt over ons Eco200 systeem. Maar we kunnen het niet alleen, het is belangrijk dat we de samenwerking in de keten aangaan. De overheid heeft nu eindelijk een stap gemaakt met het Energie Akkoord. Dat is mooi, maar daarmee zijn we er nog niet. We moeten ons als branche actief opstellen en gaan samenwerken. Want ik weet zeker: samen kunnen we die omslag naar een duurzame samenleving maken.”

Meerder innovaties

Dat Vredenburg voorop loopt met zijn groene hart, blijkt uit enkele innovaties van het bedrijf. Harm vertelt: “Mooie voorbeelden van nieuwe duurzame systemen zijn BaOpt en Eco200. Met BaOpt (Bauer Optimalisatie) kun je het binnenklimaat van gebouwen optimaal regelen. Het geeft een constante en optimale temperatuur en kwaliteit van de lucht in de ruimte, terwijl het een energiebesparing van minstens 25% oplevert. Het systeem is een totaal andere benadering dan de traditionele aanpak.  
Eco200 is maatwerk voor melkveebedrijven. Voorheen waren het koelen van de melk en het verwarmen van het woonhuis twee processen. Door die te integreren, hoeft er maar één keer energie te worden ingekocht. De warmte uit het koelproces van de melk wordt gebruikt om het woonhuis te verwarmen, en dat vermindert zowel het energieverbruik als de CO²-uitstoot enorm.”

Duurzame gebouwen

Harm geeft ook twee voorbeelden van duurzame gebouwen: “We zijn heel erg trots op de groepsaccommodatie van vakantiepark Mooi Oavelt. Bij de bouw was duurzaamheid één van de speerpunten. Zo bestaat de verlichting uitsluitend uit ledlampen, en is het gebouw uitgerust met een compleet zonneboilersysteem dat zowel de warmtapwater- als de CV-voorziening voor het grootste gedeelte verzorgd. Door de 140 zonnepanelen is er van april tot september geen energie van buitenaf nodig.
En dan het volledig energie neutrale sportgebouw voor voetbalclub FC Oldemarkt. Wij hebben de gebouwgebonden installaties van het gebouw gerealiseerd. Dat is ook een mooi visitekaartje geworden.”

Radar-2020

Op de vraag welke nieuwe trends en ontwikkeling Harm aan ziet komen, antwoordt hij: “Kijk maar eens in Radar-2020 van onze branche organisatie Uneto–VNI, dat is een mooie leidraad. Smart grid wordt heel belangrijk, dus het goed verdelen en benutten van opgewekte duurzame energie. Domotica, slimme technieken, en energie-plus woningen ook. Het idee achter de energie-plus woning is dat zo’n woning netto meer energie opwekt dan er gebruikt wordt van het openbare elektriciteits- of aardgasnet. Door de aangebrachte energetische maatregelen verdient zo’n woning zich in de loop van de jaren terug. Warmtepomp technieken zijn volop in opkomst, en – van een hele andere orde maar zeer belangrijk – er worden nieuwe business-modellen ontwikkeld. De insteek is daarbij: we moeten elkaar eens wat gaan gunnen en echt gaan samenwerken. Dat is een gezonde uitgangspositie voor iedereen, waar ook de economie en het milieu wel bij zullen varen.”

Gerelateerde artikelen