Inge heeft een grote affiniteit met techniek. ‘Dat komt vanuit mijn jeugd. Mijn vader was aanvankelijk elektricien en ging daarna de koeltechniek in. Als klein meisje ging ik soms mee. Mijn grote droom was in die tijd om ooit samen met hem te werken.’
Dat is er niet van gekomen, maar Inge loopt alweer een aantal jaren rond op bouwplaatsen en bij installatiebedrijven.
Directiekantoor én werkplaats
Na haar studie P&O werd ze consultant werving en selectie bij een uitzendbureau in de facilitaire sector. Daarna maakte ze de overstap naar BuildingJobs CoolJob, een bemiddelingsbureau gespecialiseerd in de installatie- en koeltechnische branche. Inge: ‘Voor allerlei functies op het gebied van HVAC, koude- en klimaattechniek en elektrotechniek kunnen wij personeel leveren, op alle niveaus. Ik heb dus in de loop van de tijd tal van bedrijven bezocht en met mensen in de branche gepraat. Dan beperk ik me niet tot het kantoor van de directie. Ik wil ook de werkplaats zien, en horen wat ze daar precies doen. Daar leer je enorm veel van. Ook uit vakbladen en nieuwsbrieven haal ik de nodige informatie.’ Maar Inge vond het ook een goed idee om bij Aeres Tech de training ‘Koudetechniek voor niet koude-technici’ te volgen. Inge: ‘In die training worden de meest voorkomende componenten van een koude-systeem behandeld en de basisprincipes van de koudetechniek besproken. De training is ontwikkeld voor mensen zoals ik: ik heb geen koude-technische opleiding gevolgd maar ben wel werkzaam in die branche. En zo zijn er meer mensen werkzaam bij een koeltechnisch installateur of fabrikant/leverancier, die niet direct een technische functie hebben. Ik zou hen zo’n training zeker aanraden, je steekt er veel van op.’
Vrouwen in de branche
Inge merkt dat er voor vacatures op het gebied van service coördinatie en planning vaak specifiek om een vrouw wordt gevraagd. ‘Vrouwen zijn nauwkeurig, hebben een goed overzicht en ze krijgen vaak net iets meer gedaan van de mannen op de werkvloer. Vrouwelijke monteurs zijn er ook wel, maar je moet ze met een lantaarntje zoeken. Toch denk ik dat ze er echt wel aan komen. De tekorten die er zijn in de bouw- en installatiebranche moeten gewoonweg opgevuld worden. Dan zijn er twee opties: werknemers uit andere landen halen – het Oostblok, of Zuid-Europa – of vrouwen. Natuurlijk is ook deze laatste groep prima in staat om dit werk te doen. Het is wel een kwestie van anders organiseren. Als bedrijven parttime of flexibel werken zouden stimuleren, weet ik zeker dat je hiermee vrouwen aantrekt. Ook voor mannen is dat trouwens fijn. Zorgverlof, kinderopvang, rekening houden met schoolvakanties: er is van alles mogelijk om het werk aantrekkelijk te maken. Ik denk dat daar een grote kans voor werkgevers ligt.’