“Hoogspanning machtig mooi vakgebied”

Erik op 18 november 2014 | 3 minuten leestijd
We zijn op bezoek bij Ton Hoppenbrouwers (74), die 48 jaar lang werkzaam was als elektromonteur. Het werken met hoogspanning werd zijn specialiteit. Zo legde hij trafo-kasten aan in televisietorens en voorzag hij startbanen van verlichting. Een verslag van een boeiende en afwisselende carrière.

Ton Hoppenbrouwers was als kind al gefascineerd door elektrotechniek. Hij koos dan ook voor een elektro-opleiding op de LTS. Daar haalde hij op zijn 16e het diploma Elektricien. Daarna studeerde hij nog vier jaar door. Overdag werkte hij fulltime en elke avond bracht hij een aantal uren in de schoolbanken door. Zo klom hij op van hulpmonteur tot monteur. Na zijn studie moest Ton in dienst. Hij kwam bij de luchtmacht terecht, waar hij vliegtuigradars testte. Toen zijn dienstplicht was afgelopen, kon hij direct aan de slag bij de werkgever bij wie hij tijdens zijn opleiding al de nodige ervaring had opgedaan.

Hoogspanning op de startbaan

De werkgever van Ton onderhield goede contacten met belangrijke (overheids)instanties, en wist zodoende diverse interessante opdrachten binnen te halen. Zo mocht deze firma op luchtmachtbasissen de verlichting van de startbanen aanleggen en onderhouden. Ton werkte o.a. in Groningen, Eindhoven, Volkel, de Peel en Gilze-Rijen. Het aanleggen van startbaanverlichting is een omvangrijke klus: voor elke startbaan moet er circa zes kilometer kabel de grond in. Een klus ook waar je steeds alert bij moet blijven, want op die kabel staat een spanning van maar liefst 1000 Volt.

Stiekem met de hijskraan

Ton werkte ook aan de centrale trafostations van de vliegbasissen. Kabels aanpellen kon hij als de beste. Die kabels waren wel vier vuisten dik en bestemd voor een spanning van 10.000 Volt.

Een andere spannende klus was het werken aan televisietorens, zoals die in Lopik. Die moesten ook van stroom worden voorzien, bijvoorbeeld voor de liftmachinekamer, de verlichting, de brandmelder, de omvormer (van 380V naar 114V, 50Hz), en natuurlijk de zendapparatuur van de (toenmalige) PTT. Een televisietoren is ongeveer 160 meter hoog en telt 24 verdiepingen. Aan het begin van de werkzaamheden was er alleen een buitenlift. Via loopbruggen konden de werklui de verschillende verdiepingen bereiken. Er stond echter ook een hijskraan om allerlei materiaal naar boven te vervoeren. “Als de opzichter er niet was, gingen we stiekem met de hijskraan naar boven”, vertelt Ton, “dat deed die opzichter zelf ook”.

Veel veranderd

Ton bleef 48 jaar bij dezelfde werkgever. De techniek stond al die jaren niet stil. Een boormachine was er in het begin bijvoorbeeld nog niet. Dagenlang stond Ton met een hamer gaatjes te tikken om kabels te kunnen bevestigen. Maar ook op het gebied van aanbestedingen is er veel veranderd. Vroeger werden opdrachten alleen in Nederland uitgezet, nu gebeurt dat internationaal. Werklieden en materiaal moeten vooral goedkoop zijn, en daar heeft Ton zo zijn bedenkingen bij.

Nieuwe generatie

Als Ton Hoppenbrouwers nu een pas afgestudeerde monteur zou zijn, zou hij zó weer voor dezelfde carrière kiezen. Hij heeft het werken met hoogspanning als ‘machtig mooi’ ervaren. Ook de afwisseling in het werk is hem erg goed bevallen. Een tip voor de jonge monteurs van nu: “Als je het maar naar je zin hebt op je werk, dat is het belangrijkste”, aldus Ton. 

Gerelateerde artikelen