Rob Roorda van Heijmans was als werkvoorbereider nauw betrokken bij de bouw van Zorgcentrum De Klaarbeek in Epe, waarbij dit concept werd toegepast. “Er zijn drie soorten van gebruik mogelijk: zware zorg waarbij er twee slaapkamers zijn, lichte zorg met een woonkamer en een slaapkamer, en volledig zelfstandige bewoning in de vorm van een compleet appartement. Het is dus eigenlijk 3 in 1.”
Goed positioneren
Volgens Rob zijn er een paar belangrijke dingen om rekening mee te houden bij het bouwen van een flexibel woon-zorgcomplex. Hij noemt: “Zorg dat bepaalde faciliteiten in alle woonvormen op dezelfde plek worden gepositioneerd, zoals de badkamer, de riolering en de afzuigpunten van het luchtbehandelingssysteem. In een flexibel woon-zorgcomplex pas je de ruimtes aan door de lichte en dus gemakkelijk hanteerbare binnenwanden te verplaatsen. Dat betekent dat de vloeren van gevel tot gevel dragend moeten zijn.”
Complexe dimensionering
“Zowel in het plafond als in de wanden is dubbele elektra voorzien, er zijn al loze leidingen in aangebracht. Dat zijn er nu nog vrij veel, ik denk dat we dat bij een volgend project wel wat terug kunnen brengen. Datzelfde geldt voor de luchtbehandeling. In De Klaarbeek hebben we een centraal systeem geïnstalleerd. Omdat er sprake is van een groot formaat kast en kanalen met een fikse doorsnee is de dimensionering best complex. Ik denk dat we bij een toekomstig project misschien zouden kiezen voor een individueel toe te passen systeem.”
Vanuit de markt
Rob gaat ervan uit dat er in de toekomst veel vaker volgens dit of een vergelijkbaar concept gebouwd zal worden. “Flexibel is echt een wens vanuit de markt. De zorg is sterk aan verandering onderhevig, en met een flexibel woonzorgcomplex kun je eigenlijk op alle vragen een passend antwoord bieden.”
Kennis vastleggen
Een lastig punt bij dergelijke concepten zou kunnen zijn dat men over tien of twintig jaar niet meer precies weet wat er in het gebouw mogelijk is, en hoe dat uitgevoerd zou moeten worden. Rob: “Het zou jammer zijn als de mogelijkheden niet benut zouden worden, simpelweg omdat de kennis er niet meer is. Natuurlijk is een zorginstelling zelf ook vanaf het begin bij de uitvoering betrokken, maar zij zijn niet altijd precies van de technische ins en outs op de hoogte. Ik denk dat het allemaal goed vastgelegd zou moet worden, compleet met tekeningen, handleidingen en een draaiboek.”