​Eén incident, twee verschillende verhalen, hoe kan dat?

Erik op 14 november 2016 | 3 minuten leestijd
Een bezoeker stelt dat hij tijdens onze renovatiewerkzaamheden aan een kantoorpand is uitgegleden over restmateriaal dat op de vloer lag. Hij stelt nu ons bedrijf aansprakelijk. Twee van mijn medewerker waren erbij en hebben het zien gebeuren. Omdat ik er zelf niet bij was, heb ik geprobeerd te achterhalen wat er nu precies is voorgevallen.

Los van elkaar heb ik de medewerkers gevraagd te vertellen wat er is gebeurd. Op enkele punten verschillen de verhalen echt van elkaar. Is dat nou een teken dat een van beiden liegt? Ze hebben toch echt allebei hetzelfde zien gebeuren!

Waarnemen: hoe gaat dat in zijn werk?

Iedereen wordt via zijn zintuigen voortdurend blootgesteld aan prikkels. Omdat die massa aan zintuiglijke prikkels niet te verwerken is, wordt er –gelukkig- automatisch een selectie gemaakt in het aanbod van prikkels. Pas als je bewust en met verstand de prikkel registreert, is er sprake van een waarneming, een gewaarwording. Een fout die heel veel gemaakt wordt, is dat mensen denken dat hun zintuigen onafhankelijke instrumenten zijn: wat zij waarnemen is ook automatisch precies datgene dat zij menen dat het is. Niets is echter minder waar.

Betrouwbaarheid waarneming

Waarnemen en interpreteren gebeurt vliegensvlug. Je zoekt als vanzelf naar verbanden en samenhang in de waarnemingen. Hierdoor ga je, zoals gezegd, automatisch gegevens selecteren en informatie onderbrengen in behapbare schema’s: goed – fout, lekker – vies. Dat gebeurt op basis van ervaring en kennis over bepaalde zaken, behoeften, interesses, vooroordelen en je referentiekader.

Twee waarnemingen 

Vraag bijvoorbeeld twee collega’s een omschrijving van een auto te geven die net is langsgereden. De ene collega is in auto’s geïnteresseerd en kan je moeiteloos merknaam en type kan vertellen. De ander is dat niet; hem kost dat meer moeite. Maar misschien kan hij wel weer makkelijker andere details geven (denk aan kleur, opvallende sticker), vanuit zijn of haar kennis, interesses en referentiekader. Ze hebben uiteindelijk hetzelfde gezien, maar ‘registreren’ verschillend.

Stel de juiste vragen

Houd rekening met de beperkingen in ieders waarnemingen: wat jij ziet als ‘de’ werkelijkheid, ziet een ander wellicht anders. Dat ligt niet aan jou of aan de ander, maar aan ieders referentiekader. Probeer daarom in elke situatie antwoord te geven op de 7 ‘gouden’ W’s: Wie, Wat, Waar, Waarmee, Welke wijze, Wanneer, Waarom. Sta met name goed stil bij de 8e gouden W, de reden van wetenschap. Het gaat immers om waarheidsvinding, Fact Finding!

De achtste W

De achtste W moet de vraag beantwoorden op welke wijze iemand de informatie heeft verkregen. Je moet je altijd afvragen hoe, dus op welke manier, jij zelf maar ook betrokkene(n) iets heeft/hebben waargenomen: hoe weet je wat je weet?

Gerelateerde artikelen