Door scholing relatief weinig incidenten met elektriciteit

Erik op 5 september 2016 | 3 minuten leestijd
Er vinden relatief weinig incidenten door spanning plaats. Gelukkig maar want een voorval met elektriciteit loopt al gauw fataal af. Zo’n 80 procent van de monteurs heeft wel eens flinke stroomstoot door zijn lichaam voelen jagen. Daarom is werken in een onder spanning staande installatie ‘hoog risico’-werk en. De markt komt de installateur tegemoet met cursussen op maat.

Werken onder spanning is tamelijk risicovol. De krachten die bij een kortsluiting kunnen  vrijkomen zijn groot en een vlamboog kan flinke brandwonden veroorzaken. Om nog maar te zwijgen over het brand- en explosiegevaar. Uit de TNO-monitor ‘Arbeidsongevallen’ blijkt dat 1 procent van de ziekenhuisopnames kan worden gerelateerd aan ongevallen met elektriciteit. Uit onderzoek van de Arbodienst Richting Techniek & Installatie blijkt dat ruim 80 procent van de monteurs in hun loopbaan meerdere malen een stroomdoorgang hebben gevoeld, maar dat niet melden. Werken onder spanning wordt gezien als ‘hoog risico’-werk. Bij 5 – 20 mA ontstaan spierkrampen in de hand. Bij 10-24 mA kan een blijvende contractie optreden met een krampachtige en pijnlijke verstijving van de spieren op waardoor het slachtoffer zichzelf niet meer kan losmaken (10 – 24 mA).

Arbobesluit

Het Arbobesluit bevat voorschriften voor de arbeidsplaats en ook de regels voor een elektrische installatie. De regels voor een veilige bedrijfsvoering zijn terug te vinden in NEN 3140. De Arbowetgeving hecht groot belang aan scholing en verplicht de werkgevers zich op dat terrein in te spannen. De inspanning die een werkgever van zijn medewerker mag verwachten, is conform genoten opleidingen en gegeven instructies.

Drie niveaus

NEN 3140 regelt de veiligheid op drie niveaus: de installaties moeten veilig bij gebruik zijn, de elektrische gereedschappen moeten veilig zijn en personen die in een omgeving van een elektrische installatie werken moeten goed geïnstrueerd zijn. Het opleiden en het onderhouden van de kennis is bij elektrotechnische werkzaamheden van groot belang. NEN 3140 specificeert voor diverse functies de vereiste competenties. Voor de NEN 3140-functies zijn de omschrijvingen samen met de opleidings- en competentie-eisen de basis voor een aanwijzing van personen. ‘Strenge’  aanwijsregels zijn nodig om, bij werken onder spanning, ‘overrule’-conflicten te voorkomen. Op projecten is namelijk niet altijd de hoogste in rang tevens werkverantwoordelijk in de zin van NEN 3140. Dan voorkomen aanwijsregels dat de werkverantwoordelijke wordt ‘overruled’ door zijn leidinggevende.

Cursussen

Op  de markt worden verschillende NEN 3140-cursussen aangeboden, zowel in de vorm van e-learning als traditioneel klassikale leergangen. Uiteraard is het belangrijk de ‘diepgang’ van de cursus af te stemmen op functies en risico’s. Wanneer iedere uitvoerende zich houdt aan de taken en verantwoordelijkheden die bij de aanwijzing horen, zijn de risico’s te beheersen.

In principe wordt aan een installatie altijd gewerkt als deze niet onder spanning staat. Op elk niveau is het daarom van belang de vitale vijf regels bij het werken met elektriciteit steeds voor ogen te houden:

  1. Vrijschakelen van het netgedeelte waarop gewerkt wordt
  2. Vergrendelen tegen wederinschakeling
  3. Meting van de afwezigheid van spanning
  4. Aarden en kortsluiten van het netgedeelte waarop gewerkt wordt
  5. Afbakenen van de werkzone (isoleren, waarschuwingsbord en werkplaatsoverdracht)

Gerelateerde artikelen