Na de middelbare school koos Willem voor de lts. Daarna volgde hij een opleiding bij het kmbo en liep de nodige stages. ‘Ik wilde wel iets in de techniek’, zegt hij, ‘maar ik wist niet precies wat. Daarom heb na mijn opleiding wat andere dingen gedaan: in werkte bij de technische dienst van een bejaardencentrum, als pijpfitter in België, in fabrieken; ik was echt zoekende. Toen ik op mijn 21ste ergens als hulploodgieter aan de slag kon, wist ik het. En toen ging ik echt de installatietechniek in.’
Vaste ploeg
Willem: ‘Die beginjaren waren geweldig. We werkten met een vaste ploeg voor dezelfde projectleider, dus we gingen samen van het ene project naar het andere. Vaak waren dat langdurige projecten in de utiliteit. Ik heb veel met goede vakmensen samengewerkt, en vond het ontzettend fijn om al werkend in de praktijk op kunt doen, en ter plekke uitleg te krijgen. Daarom ben ik dat in mijn werk zelf ook gaan doen: jongeren begeleiden en stimuleren. Dat is een beetje de rode draad geworden. Ik geef heel graag mijn kennis door aan de jongere generatie. Dat heb ik bij Kuijpers gedaan, en daar wil ik me helemaal op gaan richten.’
Voor de klas
Willem staat op het punt om een switch in zijn loopbaan te maken. Na ruim twaalf jaar verlaat hij Kuijpers en gaat hij aan de slag als praktijkinstructeur bij opleidingsbedrijf InstallatieWerk. ‘Een hele stap, hoor. Ik heb het altijd ontzettend naar mijn zin gehad bij Kuijpers. En ik blijf natuurlijk ook in de installatiebranche werkzaam, maar dan voor de klas als praktijkdocent. Dan kan ik toch deels met mijn handen blijven werken.’
Altijd werk
Het grote voordeel van de techniekbranche is dat er altijd werk is, zegt Willem. ‘Het is breed, er liggen kansen voor iedereen. Ook ik vind nu (op mijn 55ste) nog een nieuwe baan, dat is toch geweldig? Het mooie van dit vak is dat je samen iets maakt. Ik heb zoveel mensen ontmoet, zoveel contacten gelegd. En als je op de bouw aan het werk bent, kom je ook in contact met metselaars, timmermannen, stucadoors en noem maar op. We zijn dan allemaal een onderdeel van een groter geheel, en dat heb ik er altijd ontzettend leuk aan gevonden. En dat zal ik ook best een beetje gaan missen, denk ik.’
Drijfveer
‘Maar ik krijg er veel voor terug: ik kan mijn kennis overbrengen en daar haal ik veel plezier uit. Jongeren die bij InstallatieWerk een opleiding volgen, zijn al aan het werk. Ze gaan voor de theorie een dag in de week naar een ROC, en gaan eens per twee weken een dag naar het IW-praktijkcentrum voor praktijklessen. Tijdens die lessen gaan we koperbuisjes buigen, een radiator aansluiten, draad snijden, solderen, een ketel aansluiten, en noem maar op: echt heel praktisch dus. Ik wil er tijdens die lessen gelijk een stukje theorie bij vertellen. Dan begrijpen ze ook waarom ze iets op een bepaalde manier moeten doen.’
Een belangrijke drijfveer voor Willem om in het onderwijs te gaan werken, is het tekort aan technisch personeel. ‘Ik wil jonge jongens en meiden laten zien dat ons werk belangrijk. Andersom zal ik van de leerlingen ook dingen opsteken. Ik zeg altijd: als je met jongeren omgaat, blijf je zelf ook een beetje jong.’