De hele waarheid over de warmteverliesberekening

Erik op 22 april 2014 | 3 minuten leestijd
1 + 1 = 2, toch? Tenzij… 1 niet precies 1 is, maar iets meer of iets minder. Dan klopt 2 ook niet meer. Rekenen luistert nauw, zeker ook bij het ontwerpen van een verwarmingsinstallatie.

1 + 1 = 2, toch? Tenzij… 1 niet precies 1 is, maar iets meer of iets minder. Dan klopt 2 ook niet meer. Rekenen luistert nauw, zeker ook bij het ontwerpen van een verwarmingsinstallatie. Veel draait in dat verband om de warmteverliesberekening; deze berekent de hoeveelheid warmte die door ventilatie en isolatie verloren gaat. De uitkomst bepaalt vervolgens het totale CV-vermogen en de benodigde warmte per vertrek. De juistheid van deze berekening is cruciaal en zorgt voor een optimaal binnenklimaat…. of niet. Dat is dus een kwestie van even goed rekenen!

Warmteverlies
Binnenhuiswarmte gaat nu eenmaal verloren, via ventilatie of via wanden, ramen, deuren, via de vloer of het dak. Ook al zijn huizen nog zo goed geïsoleerd, warmteverlies –  dus “verliesposten” – heb je altijd. Toch is de invloed van sommige verliesposten door de isolatiegolf van de laatste decennia ingrijpend veranderd. Helaas wordt dit nog onvoldoende benadrukt in de huidige berekeningsmethodieken. Neem het warmteverlies door de woningscheidende wand; het warmteverlies dus naar de buren. In de huidige berekeningsmethodiek voor woningen (ISSO-51) wordt rekening gehouden met een fors warmteverlies naar de buurwoning (die volgens de berekening 10 of 15 °C is) omdat de woningscheidende wand niet geïsoleerd is. Omdat de buitenwanden- en vloer wél (zeer) goed geïsoleerd zijn, kan dit verlies naar de buren volgens de berekening wel …30% van het totale verlies zijn!
 

Een beetje extra…
Maar omdat deze buurwoningen óók zeer goed geïsoleerd zijn, koelen deze nooit af tot 15°C, laat staan tot 10°C. Meestal zijn ze even warm als de eigen woning. De berekende verliespost van …30% staat dus feitelijk gelijk aan een overcapaciteit van …30%.

Niet erg toch, een beetje extra, zou je denken. Maar juist deze overcapaciteit pakt soms vervelend uit. Want in de woonkamer hangt de kamerthermostaat en deze bepaalt of de cv-ketel brandt of niet. U voelt hem al aankomen… door de overcapaciteit warmt de woonkamer sneller op, en schakelt de ketel daardoor eerder uit, té snel voor de andere kamers. Deze zijn namelijk nog niet warm, omdat een slaap- of badkamer met minder warmteverlies naar de buren – volgens de berekening – deze overcapaciteit mist.
 

De oplossing?
Registreer het warmteverlies naar de buren in de berekening als overcapaciteit en zorg ervoor dat alle andere kamers een procentueel even grote overcapaciteit krijgen toebedeeld. Als u ten minste wilt dat uw klanten tevreden zijn over de temperatuur in alle kamers in huis.

Hans Crone

Gerelateerde artikelen