De werkzaamheden voor Toonen bestaan uit het realiseren van de verwarmings- en koelinstallaties voor zes gebouwen, waaronder een Mbo-school, een evenementenhal, een restaurant en diverse kantoren. Plaats van handeling is het gebied rondom de oude Prodent-fabriek in de binnenstad van Amersfoort. Directeur Gert-Jan van den Broek is zeer enthousiast over het project. “Zelfs uit procesafvalwater wat in het riool verdwijnt, wordt koude gehaald.”
LEES OOK: Afvalwater nog goed bruikbaar
Verwarming
Van den Broek legt uit wat er is gerealiseerd: “In een van de gebouwen is door Wes Wood een biomassaketel van 1200 kW geplaatst. Vanaf de biomassaketel hebben wij de installatie vanaf de buffer naar zes gebouwen gerealiseerd. Iedereen is bekend met duurzame energie opwekkers zoals zonnecollectoren en windmolens, maar minder bekend is een biomassaketel. Deze manier van duurzame energie produceren wordt gebruikt om een groot deel van de Prodentfabriek in De Nieuwe Stad te voorzien van warmte. De biomassaketel draait op onder andere houtsnippers, resthout, snoei- en groenafval en mest. Het rest- en snoeiafval wordt via een luik in de grond aangevoerd en verbrand in de ketel. Met de hierdoor opgewekte energie wordt water verwarmd. Vanaf het gebouw met de ketel worden alle andere gebouwen voorzien van warmte dat met behulp van een platenwisselaar wordt overgedragen. Het hete water wordt door de leidingen gepompt en houdt zo de gebouwen warm. Veel ondernemers in de Prodentfabriek zijn aangesloten op deze bijzondere, duurzame verwarming. Het gehele systeem is via de pc te monitoren.”
Koeling
Koelen gebeurt door middel van een grote ondergrondse buffer waar 12.000 liter koud water per uur in stroomt. Van den Broek: “Dat afvalwater wordt betrokken van de buren die het tot voor kort rechtstreeks in het riool loosden. Wij halen nu de koude eruit. Ook weer via platenwisselaars. Het is, anders dan bij de verwarming een open systeem hetgeen weer andere eisen stelt aan appendages. Wij bewaken het niveau in de buffer en bij extreme warmte kunnen we met behulp van regeltechniek de kleppen zodanig ‘knijpen’ dat we een tekort in de buffer voorkomen. Op basis van een beschrijving die wij maken van de beoogde werking van de installatie, schrijft een regeltechnisch bedrijf de software. Als in de toekomst blijkt dat er toch regelmatig te veel vraag en te weinig aanvoer is, zou men er nog een warmtepomp tussen kunnen bouwen.”
Ventilatie
Een andere duurzame maatregel in dit project is de installatie van ClimaRads, zeer innovatieve ventilatie-units met ingebouwde warmtewisselaar en sensoren voor CO₂, relatieve luchtvochtigheid, binnentemperatuur en buitentemperatuur. Van den Broek: “De unit zit ‘verstopt’ achter een kantelbare radiator. De ClimaRad 2.0 verzorgt ventilatie en verwarming per vertrek en wordt geplaatst tegen een buitenmuur. Toevoer en afvoer vinden dus rechtstreeks plaats door de gevel. Het gebouw krijgt daarmee ‘ademende gevels’ en de noodzaak voor luchtkanalen dóór het gebouw komt hiermee te vervallen.
Ingebouwde sensoren
De ingebouwde warmtewisselaar hergebruikt de warmte uit de afgevoerde lucht. Daardoor vindt ventilatie plaats op zeer energiezuinige wijze (tot 90% rendement) zonder dat er tochtklachten ontstaan. Door met de ingebouwde sensoren het CO₂-aandeel in de binnenlucht te meten en daarmee de ventilatoren aan te sturen, regelt de unit continu het ventilatiedebiet afhankelijk van de daadwerkelijke luchtkwaliteit. Dat zorgt voor een constant perfect binnenklimaat. Zo wordt energiebesparing op een unieke manier gekoppeld aan een gezonde binnenluchtkwaliteit.”