Bouwfonds wil lichtmasten in binnensteden ombouwen tot smart city infrastructuur

Erik op 5 november 2017 | 3 minuten leestijd
De huidige lichtmasten kunnen voor gemeenten een aardige bron van inkomsten vormen als er niet alleen verlichtingsarmaturen aan worden gemonteerd. Wanneer de masten worden voorzien van allerlei sensoren die smart city toepassingen mogelijk maken, kan het bezit van de masten veranderen van een zorgelijke onkostenpost in een aantrekkelijke inkomstenbron.

Bouwfonds opperde het idee voorzichtig tijdens de Energiebeurs. Dat Bouwfonds er zelf wel iets in ziet, is niet verwonderlijk want het investeringsbedrijf van de Rabobank bezit al veel macromasten in Nederland, masten waarin de zenders van telefonie-aanbieders hangen. Bouwfonds zou graag een volgende stap willen zetten met de exploitatie van de data-infrastructuur in binnensteden. ‘De tijd is er rijp voor,’ vindt Heimen Visser van Bouwfonds. ‘Om binnen twee jaar van 4G naar 5G zullen er in de binnensteden zeven of acht keer meer antennes nodig zijn dan nu aanwezig. Bestaande objecten in de openbare ruimte kunnen daarvoor worden gebruikt.  Lichtmasten bijvoorbeeld, want die hebben een ideale hoogte. De technologie is netjes weg te werken zodat het straatbeeld niet vervuilt. Lichtmasten zijn bovendien interessant om te combineren met laadpalen. Vaak staan ze al bij een publieke parkeerplaats.’

Sensoren in de palen

Maar om dat allemaal te realiseren moet er fysiek wel wat gebeuren. Nu gaat er in het gemiddelde stroomnet een 6A-lijn naar openbare verlichting, nauwelijks voldoende om er een videocircuit op aan te sluiten, laat staan een oplaadpaal. De lichtmasten kunnen worden uitgerust met allerlei sensoren, bijvoorbeeld voor het meten van de luchtkwaliteit, camera’s, geluidsensoren, maar ook apparaten die dwalende dementerenden volgen en tijdig de hulpdiensten kunnen informeren. Maar dat vraagt wel forse uitbreidingen van het glasvezelnetwerk in binnensteden. Technisch gezien, kan het nu al allemaal. 

Kwestie van organiseren

Waar bij grote infrastructuurprojecten de financiering vaak een probleem is, hoeft dit bij de ombouw van de lichtmasten niet te zijn. Het komt vooral aan op organisatie, meent Visser. Een pps-constructie zou een goed vehikel zijn om een en ander te realiseren. Op die manier kan je gebruik maken van een open technologie die voor iedereen toegankelijk is. ‘Het geld is er bij de pensioenfondsen. Die zoeken naar veilige, duurzame en vernieuwende projecten om in te investeren. Een smart city infrastructuur voldoet aan die criteria. Een groot voordeel is ook dat een pensioenfonds neutraal is. Zij hebben geen voorkeur voor een bepaalde technologie, een bepaald type mast of laadpaal. Een pensioenfonds hoeft alleen te kijken naar een veilige zekerheidsstelling van hun vermogen voor de toekomst.’

Bovendien biedt de openbare digitale infrastructuur volgens Visser tevens de mogelijkheid  bedrijven tegemoet te komen die smart city diensten willen aanbieden, waarvoor op de gemeentelijke begrotingen nu vaak geen ruimte is omdat die grote investeringen vereisen.’ 

Onzeker

Onzeker is of de gemeenten het beheer van hun openbare verlichting wel onder willen brengen bij een particuliere partij. En dan zijn er nog de burgers met zorgen over wijze waarop die derde partij met hun privacy omgaat. Bij een gemeente vertrouwt men er doorgaans op dat die in goede handen is. ‘Privacy, veiligheid en leveringszekerheid is allemaal met contracten op te lossen. En de regie over de smart city infrastructuur kan gewoon bij de gemeente blijven.’

Gerelateerde artikelen