Elektrotechnische installaties in woningen en kantoren hebben niet het eeuwige leven. Ze kunnen natuurlijk best jaren meegaan, maar toch kan het soms nodig zijn om de installatie aan te passen. Omdat die verouderd is bijvoorbeeld, of omdat er tegenwoordig andere eisen aan de installatie gesteld worden.
Een standaard situatie die om een grondige inspectie van de elektrotechnische installatie vraagt, is een verhuizing. De hamvraag daarbij is: matcht de capaciteit van de installatie met de wensen van de nieuwe bewoners?
In en om de meterkast
In een nieuw opgeleverd gebouw mag je ervan uit gaan dat er een moderne e-installatie in zit. Maar in een bestaande, en misschien wat oudere woning is dat geen feit. Veel verhuizers laten onmiddellijk na de overdracht een nieuwe badkamer en een nieuwe keuken plaatsen. Voor de elektrische installatie is vaak minder aandacht, tenzij er al problemen zijn. Toch is het goed om in elk geval te onderzoeken hoe het in en rondom de meterkast is gesteld. De elektrische installatie moet veilig zijn en genoeg capaciteit hebben.
Hogere eisen
In eerste NEN-normen stonden minimale aantallen wandcontactdozen, aansluitpunten en lichtpunten genoemd. In de meeste woningen werden die aantallen overgenomen. Over het algemeen hebben doorsnee oudere woningen dus een elektrische installatie die indertijd bij de bouw aan de minimale verwachtingen voldeed. In de huidige tijd is dat vrijwel altijd onvoldoende. We zijn in de loop van de jaren steeds meer elektrische apparaten en elektronische apparatuur gaan gebruiken, waaronder smart home systems, domotica, PV-installaties, een oplaadpunt voor de elektrische auto, en een warmtepomp. Dat stelt hogere eisen aan de elektrische installatie.
In kaart brengen
Het is aan de installateur om de energievraag uitgebreid in kaart te brengen en daarbij de toekomstige wensen mee te nemen. Met die inventarisatie kan een plan van aanpak worden gemaakt. Soms is een redelijk eenvoudige aanpassing genoeg, maar soms moet de hele installatie op de schop. Dat kan lastig zijn want in oude woonhuizen of gebouwen is de elektra soms weggewerkt onder een vloer of in een plafond en daardoor moeilijk bereikbaar. Soms is het dan het beste om die oude installatie af te koppelen en geheel nieuwe installatie te realiseren. Soms moet je als installateur creatief zijn als het om een renovatie gaat. Er zijn vaak onvoorziene omstandigheden, waar je een oplossing voor moet zoeken. Wees dus flexibel en houd er met je planning rekening mee dat er iets tegen kan zitten en uit kan lopen.
Echte uitdaging
In een oudere woning bestaat de elektrische installatie soms uit verschillende delen die in verschillende jaren zijn aangelegd. Het kan zijn dat de aarding niet meer functioneert. Bij een renovatie van de elektrische installatie moet de veiligheid en kwaliteit van de basisvoorziening – ofwel de infrastructuur van de elektrische installatie – voorop staan. Het is in ieder geval belangrijk om te weten of de installatie voldoet aan de huidige technische mogelijkheden op het gebied van veiligheid en capaciteit.
De eigenaar van de woning is altijd verantwoordelijk voor de installatie en de veiligheid ervan. In een ideale situatie beschikt hij over een zogenaamd elektriciteitsdossier, dat bestaat uit het keuringsverslag en de ééndraads- en situatieschema’s. Zo’n dossier is niet verplicht en kom je als installateur dan ook niet vaak tegen. Wel is het gebruikelijk dat er in een meterkast een groepenkaart hangt. Is die er niet, maak er dan een.
Bij de renovatie van een elektrische installatie komt heel wat kijken, maar elke situatie is uniek. Daarom is zo’n opdracht vaak een echte uitdaging, maar óók eentje waarop een installateur achteraf heel tevreden terug kan kijken.
Een uitgebreidere versie van dit artikel verscheen eerder bij Installatie Journaal.