De jaarrekening zal zeker lager uitvallen. Tegenwoordig met al die klokthermostaten is dat toch niet meer nodig en gebeurt dat allemaal automatisch? Van de Ven: ‘Behalve die mensen die nooit afwijkingen in hun schema hebben, een keer eerder naar bed of later opstaan, scheelt het zeker om zelf de thermostaat te beheren.’
Efficiënt omgaan met de installatie
Een CV-installatie zorgt voor de warmte in huis. s’ Nachts daalt de buitentemperatuur en dan koelt de woning ook af. Hoe kouder buiten, hoe meer warmte er naar buiten zal stromen. s’ Ochtends is er dan meer warmte nodig. Aanwarmen doet de installatie in de eerste uren van het stoken, de zogenaamde aanwarmperiode. Daarna als het warm is, zal de CV precies zoveel warmte aanvoeren als er verloren gaat. En dat is dus veel minder.
Drie niveau’s van stoken
Extra warmte s’ochtends, minder warmte overdag, ‘s nachts de warmte uit (min 10 graden). De installatie uit laten gaan is zuiniger dan een beetje uit laten gaan. Kies voor zo’n laag mogelijke nachttemperatuur. Een goede richtlijn is minimaal 10℃ bij dubbel glas en 12℃ bij enkel glas. Lager is nog zuiniger in het gasverbruik, maar dan ontstaan er problemen door mogelijke condensvorming. Rottende kozijnen of niet werkende printers zijn dan vervelende nevengevolgen.
“Centrale” verwarming
De CV is een centraal geregeld systeem. De ketel kan dus maar één watertemperatuur tegelijk maken, bedoeld om aan te warmen (ochtend) of om het warm te houden (overdag). Dat werkt alleen als die warmte steeds alle kamers bereikt. Installaties waarbij mensen op elk moment van de dag een willekeurige kamer kunnen verwarmen, zijn meestal niet zuiniger. Dat kan namelijk alleen gerealiseerd worden door niveau 1 te gebruiken, het aanwarmen. In een installatie met een traditioneel leidingnetwerk stroomt dat hete water dan steeds door alle leidingen, en dat zorgt dan weer voor meer gasverbruik. Vaak meer dan het voordeel van het decentraal verwarmen.
Joep van de Ven is de expert op het gebied van CV optimalisatie en waterzijdig inregelen. Met meer dan 20 jaar ervaring en zijn bijzondere no-nonsense aanpak is hij een autoriteit in zijn vakgebied. Niet alleen particulieren weten hem te vinden, ook bij het inregelen van complexe utiliteitsgebouwen wordt hij vaak betrokken.
Eerder verschenen artikelen “Vakgenoten aan het woord over inregelen”
En de column waarmee het allemaal begon: Optimaal Inregelen: Vakgenoten aan het woord